Sharon Sourbag (1975, Nijverdal) is sinds september 2022 voorzitter van de raad van bestuur van Stichting Moluks Historisch Museum. Sharon is afgestudeerd in kunst- en cultuureducatie aan de Hogeschool Utrecht en communicatiewetenschappen aan de Universtiteit van Amsterdam en heeft een loopbaan als communicatieadviseur en bestuurlijk woordvoerder in de publieke sector en in het hoger onderwijs. Als vrijwilliger organiseerde zij jarenlang de Pelita eettafel in Amersfoort voor Indische en Molukse senioren. Tijdens haar studie was ze stagiaire bij Stichting Tong Tong, Museum Maluku en het evenementenbureau van Jakarta Tourisme en Culture Office in Indonesië. Momenteel werkt Sharon voor gemeente Amersfoort naast haar vrijwillige rol als voorzitter bij Museum Maluku. Sharon woont met haar gezin in Amersfoort.
Wat was je motivatie om een bestuursfunctie bij Museum Maluku te vervullen?
Een belangrijke drijfveer is dat ik me volledig herken in het belang van het inzetten van kunst, cultuur, educatie, ontmoetingen en dialoog om de geschiedenis te vertellen vanuit verschillende verhalen en perspectieven. Omdat mijn vader Moluks is, mijn moeder van Javaans-Europese voorouders en mijn man van Kalimantan, heb ik dagelijks die verschillende perspectieven in huis. De livestream Beta Disini van het museum ter ere van 70 jaar Molukkers in Nederland in 2021, was daarom een moment van herkenning voor mij.
Dat maakte dat ik zelf ook anders ben gaan kijken naar wat ik doorgaf aan mijn tienerzonen. Zij hadden veel vragen over de geschiedenis, maar ook over de persoonlijke ervaringen van mijn vader als kind in kamp Schattenberg of als actievoerder Wassenaar. Hij bezette in de jaren ’70 samen met 34 Molukse jongeren de Indonesische ambassade in Wassenaar om internationaal de aandacht te vestigen op de situatie van Molukkers in Nederland en de noodzaak tot verandering daarvan. Of vragen over de komst van de Indische familie van mijn moeder naar Nederland. Vragen die ze niet meer aan mijn ouders zelf konden stellen omdat zij in 2017 en 2020 zijn overleden. En dat maakte mij de volgende in lijn. Ik vond het belangrijk om hen te laten nadenken over de verschillende kanten van de geschiedenis en kritisch te zijn op wat ze er op school over hoorden. Niet alleen te kijken naar feiten, maar in te leven wat het met mensen deed en doet. Tegelijkertijd wil ik proberen de generatiepijn niet verder door te geven of het gevoel dat ze zich overal moeten bewijzen en ergens uit moeten breken. Hoe mooi zou het zijn als het voor hen en hun generatie lichter wordt. Dat ze met een lichter hart kunnen leven.
Dus toen Henry mij vroeg te solliciteren als bestuursvoorzitter viel er iets op zijn plek. Ook omdat ik als jongvolwassene me in de jaren ’90 als stagiaire al had ingezet voor het museum. Dat ik met alle bagage en ervaringen die ik in de tussenliggende jaren heb opgedaan, opnieuw kan meebouwen aan het museum, maakte de cirkel rond voor mij.
In haar rijke geschiedenis heeft Museum Maluku altijd geprobeerd om een spil te zijn in het creëren van bewustzijn rondom de diverse Molukse narratieven. Hoe denk je dat de traditionele rol van een museum met tentoonstellingen hierin het geluid van die diversiteit versterkt?
Onlangs was ik bij een boekpresentatie over Molukse monumenten in Nederland. Museum Maluku werd ook genoemd als levend monument. Dat was de inzet bij de start van het museum in 1990. Het vertelde destijds het verhaal over de Molukse KNIL families in Nederland. Het verschil met nu is dat er aandacht is voor meer verhalen over en van groepen binnen de Molukse gemeenschap. Bijvoorbeeld van Molukse Nederlanders wiens grootvaders niet in het KNIL zaten. Of die niet in een kamp hebben gewoond. Er is ruimte voor persoonlijke verhalen, anekdotes van families, verhalen die nooit verteld zijn van het leven in Nederland na de aankomst in 1951 tot nu, maar ook daarvoor in Maluku. Verhalen die van onze grootouders waren of de generaties daarvoor, en ook verhalen van mijn generatie en die van de generaties na ons. Dat is ook wie wij zijn.
Dat we nu de collectie van het museum dat sinds 2012 in containers staat, uitpakken, draagt daar aan bij. Elk Moluks gezin zal bij een object of foto uit die collectie een eigen verhaal hebben. Maar we hebben ook gedeelde verhalen, verhalen die iedere Molukker herkent of voelt. En ook verhalen die sporen vormen in het Nederland van nu. En dat te weten is ook belangrijk voor andere groepen in de samenleving.
Je kunt dus stil staan bij een levend monument als een museum, om te herdenken of te herinneren. Maar het is wat mij betreft belangrijker om te begrijpen. Ieder monument, van onszelf en van anderen, is er met een reden. De verhalen daarbij ontdekken, je daarin verdiepen. Dat zorgt voor een voorwaartse beweging en vooruitgang. En dat vind ik belangrijk.
Zijn er specifieke toekomstdoelen die je hoopt te bereiken met het museum?
Ik stap in op een moment dat Museum Maluku opnieuw aan het bouwen is. Het museum zoals velen die kennen uit Utrecht is er niet meer. Met dank aan het ministerie van VWS kreeg het museum een herstart en een plek in Museum Sophiahof in Den Haag. Er waait een nieuwe wind: een jong team met nieuw elan, veel online activiteiten en samenwerkingen Daar moet men soms nog aan wennen. En dat kost tijd.
Ik hoop voor de toekomst dat meer mensen de weg vinden naar Museum Maluku. Molukkers, maar ook anderen die geïnteresseerd zijn in onze verhalen of in werken van de huidige generatie Molukse kunstenaars. Via onze tentoonstellingen, speciale evenementen en online kanalen. Maar ook via de samenwerkingen met andere musea en educatieve initiatieven in Nederland en Indonesië. En dat we op die manier kunnen bijdragen aan een breder gedragen beeld van ons cultureel erfgoed en geschiedenis. Maar vooral dat onze activiteiten een vliegwiel zijn voor ontmoeting en dialoog tussen diverse groepen mensen in de samenleving.
Zijn er maatschappelijke thema’s en tendensen die belangrijk zijn voor Museum Maluku om in de gaten te houden?
We hebben goed de blik naar binnen èn naar buiten gericht. En dat moeten we vast proberen te houden. Zo lukt het volgens mij ook op de langere termijn om kansen te verzilveren om het voorbestaan van het museum te borgen. Dat vraagt deze tijd van ons. Denk bijvoorbeeld aan de maatschappelijke debatten over het koloniale verleden, slavernij en de culturele en humanitaire gevolgen en doorwerking daarvan. De roep om hier meer kennis, inzicht en begrip voor te hebben in de samenleving wordt steeds luider. Er wordt daarbij gekeken naar manieren om dit via het onderwijs en kunst- en cultuureducatie vorm te geven. En dat raakt aan ons werk en opent deuren tot een groter podium voor Moluks cultureel erfgoed en de verhalen daarbij.
Ook zien we in het museale veld veranderingen. Er zijn musea die naar ons kijken als koploper in het digitale museumwerk. Dat is goed en een groot compliment. Maar juist omdat de ontwikkelingen snel gaan, is continu innoveren nodig. Zoeken naar nieuwe mogelijkheden om een bezoeker online en in het museum de beste ervaring te geven.
Wil je tot slot nog iets kwijt?
Nadat we als gemeenschap stil hebben gestaan bij 70 jaar Molukkers in Nederland, zag je een beweging ontstaan. Een nieuwe generatie Molukkers die van zich laat horen en zien via kunst, cultuur, boeken en muziek. Daar ben ik trots op. Ze krijgen het podium door heel het land en weten daardoor Molukkers en anderen te raken. Het voelt daardoor alsof al die bewegingen gaan zorgen voor een keerpunt. Hoe en wat precies moet de toekomst uitwijzen. Maar dat we elkaar weten te inspireren, te dragen en vooruit te helpen, vind ik merkbaar. Dat zorgt er ook voor dat de Molukse cultuur, taal, gemeenschappelijk verleden en onze toekomst als collectief levend blijft en ons bindt. Dat vind ik mooi. En ook daarom wil ik op mijn manier, en met het beste wat ik te geven heb, helpen het Molukse verhaal voort te laten bestaan en zichtbaar te maken. Voor zowel de vorige generaties als de generaties na mij.