Skip to main content

Een stem op papier: 50 jaar Molukse tijdschriften

Een Stem op Papier: 50 jaar Molukse tijdschriften 

GESCHREVEN DOOR MOESHA SNOEK OP 31 oktober . GEPOST IN NIEUWS

Met de doorstart van Marinjo keert een vertrouwd geluid terug in Moluks Nederland. Al sinds de jaren zeventig biedt het blad ruimte aan verhalen, opinies en cultuur – en nu krijgt het een nieuwe generatie schrijvers en lezers. Die heropleving roept de vraag op: welke stemmen gingen hieraan vooraf?  

In de archieven van Museum Maluku liggen talloze tijdschriften die daar een antwoord op kunnen geven – of juist nieuwe vragen oproepen. Kleine bulletins, uitgaven van jongerenorganisaties, kerken en politieke bewegingen bieden inzicht in manieren waarop Molukse gemeenschappen in Nederland zich de afgelopen decennia hebben ontwikkeld. Van bladen over politieke idealen en “trouw”, tot publicaties die zich richtten op verbinding, emancipatie, identiteit en culturele trots.  

Wat kunnen elf tijdschriftnummers, verspreid over vijftig jaar, ons vertellen over de Molukse gemeenschap in Nederland? En hoe zien we daarin de zoektocht om het eigen verhaal te bewaren – toen en nu?  

1950-1960: De stem van Ambon en Mena Muria  

Rond 1950 verschijnen de eerste Molukse tijdschriften in Nederland: De Stem van Ambon (1950) en Mena Muria (1955). Deze bladen weerspiegelen de idealen en verwachtingen van een gemeenschap in beweging. Waar De Stem van Ambon nog vol vertrouwen spreekt over de band met Nederland, klinkt in Mena Muria al de teleurstelling door over beloften die niet werden ingelost. 

“En nu zou ik willen weten, of in die kleine kamertjes nog kastjes staan met portretten… Is er in Nederland één buffetje met zó veel Oranjeportretten?”— De Stem van Ambon, nr. 5 (1950) 

De Stem van Ambon verschijnt kort voor de aankomst van de Molukkers in Nederland. Het blad is doordrenkt van politiek idealisme en probeert steun te winnen voor de droom van een onafhankelijke Zuid-Molukse staat. De toon is loyaal en respectvol tegenover Nederland. De schrijvers benadrukken de trouw van de Molukkers aan het koningshuis en hopen zo sympathie te wekken bij de Nederlandse bevolking voor het RMS-ideaal. 

Vijf jaar later klinkt in Mena Muria een ander geluid. Het tijdschrift, uitgegeven door de P.P. B.P.R.M.S. in Rotterdam laat zien dat het vertrouwen in de Nederlandse overheid sterk is afgenomen. De gemeenschap, inmiddels gevestigd in Nederland na het ontslag van Molukse KNIL-militairen, voelt zich in de steek gelaten. De strijd voor een eigen republiek wordt voortgezet, maar zonder de hulp waarop men ooit rekende. 

1960-1970: Tanuar, Pertemuan en ICCAN-Brief 

Rond 1960 verschijnt de eerste versie van Tanuar, dat zichzelf met enige trots “het kleinste bulletin ter wereld” noemt. Het blad presenteert zich als een wekelijks bindmiddel voor de Molukse gemeenschap in Nederland en probeert de zelfverklaarde verdeeldheid tussen Zuid-Molukse organisaties, zoals de BPRMS en het PPKM, te overbruggen. 

“Maar wil uitsluitend het algemeen belang dienen. Tanuar steunt de RMS (ideaal) dat ons gerechtvaardigd streven is.”— Tanuar, nr. 1 (1960) 

Hoewel Tanuar het RMS-ideaal onderschrijft, roept het blad opvallend open en verbindend van toon. In plaats van partijpolitieke standpunten te verspreiden, nodigt het lezers uit om ideeën te delen en samen te reflecteren op de toekomst van de Molukse gemeenschap. Daarmee markeert Tanuar het begin van een verschuiving: van politieke strijd naar gemeenschapsvorming. 

In de jaren zestig verandert de positie van Molukkers in Nederland ingrijpend. Wat ooit als tijdelijk verblijf werd gezien, blijkt blijvend te zijn. De Nederlandse overheid stimuleert integratie en moedigt de verhuizing naar Molukse woonwijken aan. Die verandering weerspiegelt zich ook in de media van die tijd. 

“Ouders van Ambonese kinderen die nijverheidsonderwijs volgen, kunnen op dezelfde wijze als Nederlandse ouders in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de kosten.”— Pertemuan, juni 1965 

Het tijdschrift Pertemuan (1965) laat zien hoe de aandacht verschuift van politiek naar het dagelijks leven. De inhoud is praktisch: recepten, opvoedadvies en nieuws uit de wijken. De naam Pertemuan, ofwel ‘bijeenkomst,’ past bij het doel van het blad: het bevorderen van verbinding binnen een gemeenschap die zich aan het vestigen is in Nederland. 

In 1970 verschijnt de ICCAN-Brief, uitgegeven door het Interkerkelijk Contact Comité Ambon en Nederland. Dit blad legt sterk de nadruk op geloof, sociale verantwoordelijkheid en integratie. Het comité probeert de band tussen Molukkers en Nederlanders te versterken door wederzijds begrip te bevorderen. De ICCAN-Brief bespreekt thema’s als werkloosheid, opvoeding en geloofsleven, en biedt praktische informatie over kerken, hulporganisaties en maatschappelijke initiatieven. 

“In Nederland woont naast het Nederlandse volk een ander volk, het volk van de Zuid-Molukkers… Deze situatie is niet gemakkelijk voor de Zuid-Molukkers.”— ICCAN-Brief, september 1970 

De toon van de edities in deze periode is realistischer en milder dan in de jaren vijftig. De nadruk ligt op integratie, gemeenschap en geloof tekenen van een samenleving die haar plaats zoekt én behoudt binnen een blijvend bestaan in Nederland. 

1970-1980: De Zuidmolukker en Zelfschikking 

In de jaren zeventig klinkt opnieuw een scherpere toon in de Molukse gemeenschap. De tweede generatie groeit op in Nederland, maar voelt zich nog steeds buitengesloten. De belofte van een tijdelijk verblijf is verdwenen, en de onvrede over hun positie, vooral onder werkloze jongeren, groeit. Tijdschriften als De Zuidmolukker (1975) en Zelfbeschikking (1980) laten zien hoe deze generatie zich politiek bewust opstelt. 

“Het betrekkelijk weelderige leven in Nederland is een tijdelijke gunst. We moeten ons voorbereiden op eenvoudiger levensomstandigheden.”— De Zuid-Molukker, oktober/november 1975 

De Zuid-Molukker is uitgesproken politiek en roept op tot hernieuwde inzet voor een onafhankelijke Molukse staat. Het blad, geschreven door de RMS-regering in ballingschap, richt zich op de jongere generaties en wil hen betrekken bij de strijd voor onafhankelijkheid. 

Rond dezelfde tijd verschijnt Zelfbeschikking, dat politiek engagement combineert met maatschappelijke betrokkenheid. Als opvolger van De Stem van Ambon breidt het blad zijn blik uit naar andere vrijheidsbewegingen, zoals in Atjeh, en behandelt het thema’s als integratie, identiteit en onderwijs binnen de Molukse gemeenschap. Door bijdragen van meerdere Molukse schrijvers bood Zelfbeschikking een breder en representatiever beeld van de gemeenschap. 

De toon van deze periode is krachtig en zelfbewust. De tweede generatie laat zich horen, vastbesloten om haar plek te vinden in Nederland en binnen haar eigen geschiedenis. Tegelijk blijft de echo van de jaren vijftig voelbaar, met de continuïteit van organisaties en hun tijdschriften als bindmiddel voor de gemeenschap. 

1980-2000: Tjengkeh, Cakalele, Berita Rela en Surat Berita  

Vanaf de jaren tachtig verschuift de aandacht van politieke strijd naar culturele identiteit en verbinding. Tijdschriften als Tjengkeh (1985), Cakalele (1990), Berita Rela (1995) en Surat Berita (2000) laten zien dat de Molukse gemeenschap in Nederland niet langer alleen kijkt naar wat verloren is, maar ook naar wat opgebouwd kan worden. 

Tjengkeh, samengesteld door een jonge Molukse redactie, richt zich op onder andere cultuur, muziek en de positie van Molukse vrouwen. Het blad spreekt vooral de jongere generatie aan en weerspiegelt hun eigen interesses en initiatieven. Dit is te herkennen in verschillen artikelen in het tijdschrift zoals: 

  • Back from Eternity ligt stevig in de muziekmarkt  
  • Vrouwen in de politiek; Ketorang musti ampun satu dengan lain.  
  • Nieuwe Moluccan Moods slaat aan  
  • Tweede generatie ouders; kinderen moeten bewust zijn van hun eigen taal. 

Deze titels laten zien dat de jongere generaties geïnteresseerd zijn in onderwerpen die voorbij de politiek gaan en ook focussen op muziek, educutie en cultuur onderwerpen.  

Cakalele markeert een nieuwe ontwikkeling: de interesse reikt nu ook buiten de Molukse gemeenschap. Het is een onderzoekstijdschrift over de Molukse cultuur en geschiedenis. Hiermee worden Molukse verhalen onderdeel van het bredere academische en maatschappelijke gesprek. 

Berita Rela (1995) laat zien hoe de gemeenschap actief betrokken raakt bij de Molukken zelf. Het blad, verbonden aan Stichting Rela ’69, richt zich op ontwikkelingsprojecten en samenwerking met dorpen op de eilanden. Zoals de stichting aangeeft: 

“We moeten van elkaar leren hoe we projecten kunnen opzetten in onze eigen negeri (dorp) of streek.” — Berita Rela, 1995 

Aan het einde van de eeuw verschijnt Surat Berita, de nieuwsbrief van het Moluks Historisch Museum. Het blad documenteert tentoonstellingen, activiteiten en ontwikkelingen binnen de gemeenschap en laat zien dat de Molukse geschiedenis inmiddels een vaste plek heeft gekregen in het culturele landschap van Nederland. 

De tijdschriften van deze periode tonen een Molukse gemeenschap die beter geïntegreerd is, haar eigen culturele identiteit vormgeeft en actief deelneemt aan maatschappelijke en wetenschappelijke gesprekken. Waar politieke strijd ooit centraal stond, ligt de nadruk nu op verbinding, kennisuitwisseling en het behoud en de ontwikkeling van Molukse cultuur binnen de Nederlandse samenleving. 

2025 – ?   

De tijdschriften in de collectie van Museum Maluku laten meer zien dan alleen woorden op papier. Ze zijn getuigenissen van hoop, teleurstelling, strijd, geloof, humor en trots. Van politieke pamfletten tot culinaire rubrieken, ze vertellen samen het verhaal van een gemeenschap die haar stem vond.  

Nu het museum bezig is met het digitaliseren van deze archieven, komen steeds meer van die stemmen opnieuw aan het licht. Elke pagina herinnert ons eraan dat identiteit geen vaststaand gegeven is, maar iets wat groeit, verandert en opnieuw verteld moet worden.  

De Molukse tijdschriften van 1950 tot 2000 vormen samen een spiegel van een gemeenschap in beweging. Elk blad is een stukje van een groter verhaal.  
Door ze te bewaren en te delen, geven we nieuwe generaties de kans om verder te schrijven aan dat verhaal, niet alleen in archieven, maar in de samenleving van vandaag. Marinjo met hun doorstart is dus de nieuwste in een lange geschiedenis. 

Foto: MME 97.0034

Notitie voor de lezer 

Dit artikel is gebaseerd op 11 edities van verschillende Molukse tijdschriften uit de periode 1950–2000. Hoewel deze publicaties waardevolle inzichten bieden in de gemeenschap en haar idealen, vormen ze slechts een deel van het geheel. De gebruikte tijdschriften zijn: 

  • Stem van Ambon, no. 5 (1950) 
  • Mena Muria, no. 10 (25 oktober 1955) 
  • Tanuar, no. 1 (12 november 1960) 
  • Pertemuan, 12de jaargang, no. 6 (juni 1965) 
  • ICCAN-Brief, 8ste jaargang, no. 2 (september 1970) 
  • De Zuidmolukker, 5de jaargang, no. 8/9 (oktober/november 1975) 
  • Zelfschikking, 8ste jaargang, no. 5 (september/oktober 1980) 
  • Tjengkeh, 7de jaargang, no. 4 (1985) 
  • Cakalele, 1ste volume, no. 1/2 (1990) 
  • Berita Rela, 8ste jaargang (1995) 
  • Nieuwsbrief Surat Berita, no. 1 (2000) 

Leren, delen en verbinden in Drenthe

Eerder deze maand verruilden we onze werkplekken in Den Haag en Rotterdam voor een dag in het hoge noorden. In en rondom Assen bezochten we drie erfgoedinstellingen die ieder op hun eigen manier verbonden zijn met Moluks erfgoed.

Lees meer


Marinjo baru: een nieuw hoofdstuk voor een vertrouwde boodschapper

Na het overlijden van Robert Hallatu, die bijna dertig jaar lang eigenaar was van het Molukse magazine Marinjo, hebben Fabian Sapthu en Obeth Pattipeilohy het stokje van hem overgenomen. Deze week verschijnt de allereerste editie van de Marinjo baru.

Lees meer

Lees verder

Marinjo baru: een nieuw hoofdstuk voor een vertrouwde boodschapper

Marinjo baru: een nieuw hoofdstuk voor een vertrouwde boodschapper

GESCHREVEN DOOR REDACTIE OP 31 oktober . GEPOST IN NIEUWS

Na het overlijden van Robert Hallatu, die bijna dertig jaar lang eigenaar was van het Molukse magazine Marinjo, hebben Fabian Sapthu en Obeth Pattipeilohy het stokje van hem overgenomen. Deze week verschijnt de allereerste editie van de Marinjo baru. Letterlijk: de nieuwe boodschapper. Met deze hernieuwde uitgave krijgt het magazine een frisse doorstart, met dezelfde missie als vroeger: Molukse verhalen blijven vertellen en mensen met elkaar verbinden.

Van informatiebulletin tot onafhankelijk magazine

“Het eerste nummer van Marinjo verscheen in 1978 en werd uitgegeven door het Inspraakorgaan Welzijn Molukkers (IWM),” vertelt Fabian. “De jaren zeventig waren roerige tijden. Acties zoals de bezetting van het consulaat in Amsterdam en de treinkapingen bij Wijster en De Punt hadden grote impact. De overheid realiseerde zich dat ze eigenlijk geen goed zicht hadden op wat er speelde in de Molukse gemeenschappen. Er moest betere communicatie komen.”

Dat werd Marinjo. Toen de overheid in de jaren negentig de geldkraan dichtdraaide en het IWM ophield te bestaan, leek daarmee ook het einde van Marinjo in zicht. Maar Robert Hallatu, die al bij het blad betrokken was, nam de verantwoordelijkheid op zich om het tijdschrift zelfstandig voort te zetten. “Hij maakte van een door de overheid gefinancierd informatiebulletin een onafhankelijk magazine,” zegt Fabian. “Het werd veel meer een humaninterestblad dat ging over mensen, cultuur en identiteit.”

Foto: Christiana Kene

Het nalatenschap van Robert Hallatu

De band tussen Fabian en Marinjo gaat ver terug. “Halverwege de jaren negentig werkte ik al samen met Robert,” vertelt hij. “Ik zat toen op de grafische school in Amsterdam en hielp mee aan de vormgeving en inhoud van het blad. Ik heb drie jaar voor Marinjo gewerkt en zat op een gegeven moment ook in de redactie.” Daarna gingen hun wegen uiteen, maar de connectie bleef.

“Een paar jaar geleden kwamen we opnieuw met elkaar in contact,” vervolgt Fabian. “Robert was toen al ziek. Toen bleek dat hij terminaal was, vroeg hij me of ik Marinjo wilde overnemen. Dat verzoek kwam hard binnen. Ik heb meteen Obeth gebeld, en samen zijn we er rustig over gaan nadenken.”

Obeth: “We zijn met veel andere makers in gesprek gegaan en voelden dat er onder onze generatie – en jonger – behoefte is aan een platform dat ons verbindt, waar we onze verhalen kwijt kunnen. We dachten: Marinjo is daar het perfecte medium voor.”

Foto: Netty Regoort

Oriëntatie als leidraad

De nieuwe Marinjo baru krijgt een eigentijdse invulling, maar blijft trouw aan de oorspronkelijke missie: het delen van verhalen die richting geven. “Onze kern is oriëntatie,” legt Fabian uit. “Onze voorouders oriënteerden zich onder andere via de sterren; wij doen dat aan de hand van verhalen. Verhalen zijn kennisoverdracht. Ze helpen je begrijpen wie je bent en waar je vandaan komt.”

Die symboliek is terug te zien op de cover van het eerste nummer, met een sterrenhemel gefotografeerd op de Molukken door Jesaja Hizkia Hutubessy. Obeth: “Dat beeld staat voor wat wij met Marinjo willen zijn: een gids, een plek waar Molukse verhalen samenkomen. We willen ruimte geven aan diversiteit in identiteit en cultuur, en mensen inspireren om te blijven onderzoeken. Identiteit en cultuur zijn altijd in beweging.”

Foto: Christiana Kene

Een platform van en voor de gemeenschap

Marinjo baru wordt gemaakt door een groeiende groep van bijna veertig schrijvers, fotografen en illustratoren. “We willen dat het een communityproject wordt,” zegt Fabian. “Katong Marinjo. Wij zijn samen Marinjo. Obeth en ik zijn slechts de bewakers van deze transitiefase. Marinjo moet gedragen worden door de gemeenschap.”

Lezers van het eerste nummer kunnen rekenen op een rijk palet aan verhalen en beelden: van persoonlijke columns en fotografie tot vaste rubrieken als de Gedachtewolk en cultuurpagina’s. Nieuw zijn onder meer een taalrubriek over Molukse gezegden en een rubriek over identiteit, koken en fotografie op de Molukken. “Het is een dikker nummer,” zegt Obeth trots. “Je merkt dat veel makers staan te popelen om hun verhalen te delen.”

Naast het magazine willen de makers het platform verder uitbreiden met digitale content en nieuwe projecten. “We werken bijvoorbeeld aan een driedelige podcastserie, Wemale’s Fluistering, over een oertaal op Seram die dreigt te verdwijnen,” vertelt Fabian.

De eerste editie van Marinjo baru verschijnt deze week. Daarmee krijgt een vertrouwde boodschapper een nieuw leven.

Foto: Remy Sapuletej x Moluks in 2051 x Felix Meritis

Word lid van Marinjo baru

Wil je Marinjo baru ook steunen en ontvangen? Word dan abonnee voor €59,- per jaar. Je ontvangt jaarlijks zes edities én het exclusieve Katong Marinjo T-shirt. Abonneren kan via www.marinjo.nl.

Foto: Christiana Kene

Leren, delen en verbinden in Drenthe

Eerder deze maand verruilden we onze werkplekken in Den Haag en Rotterdam voor een dag in het hoge noorden. In en rondom Assen bezochten we drie erfgoedinstellingen die ieder op hun eigen manier verbonden zijn met Moluks erfgoed.

Lees meer


Ons Land, bamboefluit

Nu te zien: ONS LAND

Een tentoonstelling over de Nederlandse koloniale geschiedenis en hoe die nog altijd doorwerkt in de huidige samenleving.

Lees meer

Lees verder

Leren, delen en verbinden in Drenthe

Leren, delen en verbinden in Drenthe

GESCHREVEN DOOR REDACTIE OP 27 oktober . GEPOST IN NIEUWS

Eerder deze maand verruilden we onze werkplekken in Den Haag en Rotterdam voor een dag in het hoge noorden. In en rondom Assen bezochten we drie erfgoedinstellingen die ieder op hun eigen manier verbonden zijn met Moluks erfgoed: Herinneringscentrum Kamp Westerbork, het Drents Archief en het Drents Museum.

De dag stond in het teken van samenwerking en kennisdeling. Hoe kunnen we onze collecties beter digitaal ontsluiten, elkaar versterken en samen Molukse verhalen zichtbaar maken binnen het bredere Nederlandse erfgoed? Als Museum Maluku zien we het als onze taak om die verbindingen te leggen.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork

Bij het Herinneringscentrum gingen we in gesprek over digitalisering en crowdsourcing. Net als wij werken zij aan het digitaal toegankelijk maken van hun collecties. We deelden ervaringen: waar loop je tegenaan, hoe ga je om met zaken als auteursrechten en privacy, en hoe betrek je gemeenschappen bij het aanvullen van verhalen?

Een mooi voorbeeld was hun project in een Molukse wijk. Met een enorme stapel geprinte foto’s trokken medewerkers naar het buurthuis, waar ouderen samen aan tafel gingen zitten om gezichten te herkennen en namen toe te voegen. Het leverde niet alleen een heleboel waardevolle data op, maar ook een gezellige middag vol herinneringen.

Drents Archief

Ook bij het Drents Archief stond kennisdeling centraal. Zij beheren, net als wij, een deel van het archief van de Badan Persatuan (BP), de in 1966 opgerichte belangenorganisatie die lange tijd als de belangrijkste vertegenwoordiger van Molukkers in Nederland fungeerde. De archieven vullen elkaar goed aan. Het deel in het Drents Archief bestrijkt de periode van 1950 tot 2004 en bevat onder meer documenten over de onderlinge toenadering tussen de Nederlandse overheid en de Molukse gemeenschappen, het Inspraakorgaan Welzijn Molukkers (IWM) en de Lubbers–Metiarij-overeenkomst in 1986. Ook zijn er verslagen van oriëntatiereizen van Molukkers uit Nederland naar de Molukken in 1978. Het deel dat bij Museum Maluku berust, beslaat vooral de periode van 1950 tot 1970 en bevat onder andere stukken van het Bureau Zuid-Molukken (BZM), zoals telegrammen en correspondentie over de RMS-strijd en de bezetting van de ambtswoning van de Indonesische ambassadeur in Wassenaar. Tijdens het bezoek spraken we over hoe we deze samenhang beter zichtbaar kunnen maken. Zo zorgen we ervoor dat de collecties elkaar versterken en beter vindbaar worden voor onderzoekers en geïnteresseerden.

Drents Museum

Het bezoek aan het Drents Museum stond in het teken van ontmoeting en samenwerking. Museum Maluku was partner van de tentoonstelling Menyala – De buitengewone geschiedenis van de Molukkers in Drenthe, die in 2023 in het Drents Museum te zien was. In datzelfde jaar tekende Museum Maluku samen met het Drents Museum en Stichting Heka Leka een declaration of intent om de toekomstige ontwikkeling van Museum Siwalima op Ambon te ondersteunen. We kregen een rondleiding door Labyrinthia, de vaste collectiepresentatie van het Drents Museum, en spraken over hoe we elkaar kunnen blijven vinden in nieuwe initiatieven en gezamenlijke ambities.

“Wij zien de samenwerking met (Drentse) erfgoedpartners als een manier om de Molukse geschiedenis opnieuw in context te plaatsen. Niet als afzonderlijk hoofdstuk, maar als onderdeel van een groter verhaal. Wij geloven dat het Molukse verhaal niet alleen in de Molukse gemeenschap leeft, maar ook in de archieven, depots en tentoonstellingen van onze partners. Wij maken stappen om deze met elkaar te verbinden,” zegt directeur Henry Timisela.

Projectleider digitalisering Yanise Zijlstra vult aan: “Digitalisering is voor ons allemaal de eerste stap. Maar de volgende stap is minstens zo belangrijk: nadenken over hoe we onze collecties op de beste manier ontsluiten. Veel instellingen, zoals Museum Maluku, Herinneringscentrum Kamp Westerbork en het Drents Archief, hebben collecties die elkaar raken. Door samen te werken en kennis te delen, kunnen we onze collecties beter op elkaar afstemmen. Zo versterken we elkaar én zorgen we ervoor dat onze collecties op een toegankelijke, zorgvuldige manier beschikbaar komen voor ons publiek.”

Marinjo baru: een nieuw hoofdstuk voor een vertrouwde boodschapper

Na het overlijden van Robert Hallatu, die bijna dertig jaar lang eigenaar was van het Molukse magazine Marinjo, hebben Fabian Sapthu en Obeth Pattipeilohy het stokje van hem overgenomen. Deze week verschijnt de allereerste editie van de Marinjo baru.

Lees meer


Ons Land, bamboefluit

Nu te zien: ONS LAND

Een tentoonstelling over de Nederlandse koloniale geschiedenis en hoe die nog altijd doorwerkt in de huidige samenleving.

Lees meer

Lees verder

Groetjes uit Rotterdam: Olivia Pattiwael is de nieuwe Modeburgemeester van Rotterdam

Groetjes uit Rotterdam: Olivia Pattiwael is de nieuwe Modeburgemeester van Rotterdam

GESCHREVEN DOOR REDACTIE OP 25 SEPTEMBER . GEPOST IN NIEUWS

De 17-jarige Olivia Pattiwael is de kersverse Modeburgemeester van Rotterdam. Een jaar lang mag ze deze titel dragen en de creatieve modewereld van de stad vertegenwoordigen. Wij spraken haar over haar weg naar het modeburgemeesterschap, haar inspiratie en wat ze met haar nieuwe rol wil bereiken.

Van toevallige ontmoeting tot finaleplek

“Vorig jaar liep ik heel toevallig in Rotterdam toen de finale van de vorige Modeburgemeester bezig was,” vertelt Olivia. “Ik had geen idee dat dit bestond, maar ik vond het meteen fascinerend. Ik zat al op de modeopleiding en moest een stageplek zoeken. De toenmalige Modeburgemeester Odair Pereira was stylist, dus ik ben bij hem stage gaan lopen. Zo ontdekte ik wat deze rol inhoudt en dacht: waarom zou ik het niet zelf proberen?”
Olivia ziet die ontmoeting niet als puur toeval. “Ik geloof echt dat het Gods plan was dat ik die dag in de stad was en Odair daar zag winnen,” zegt ze. Toen ze later een oproep op de Instagram-pagina van Rotterdam Centrum zag, twijfelde ze dan ook niet lang. “Ik woon in Den Haag en ben pas 17, dus ik dacht eerst: dat gaat vast niet lukken. Maar ik schreef me in met foto’s van mijn eigen modeshow en een motivatie. Maanden later kreeg ik het telefoontje: ik stond in de finale. Toen had ik nog maar een maand om alles te regelen!”

Olivia samen met haar voorganger, Odair Pereira.

Verbonden met Rotterdam en de Molukken

Hoewel Olivia in Den Haag woont, voelt Rotterdam voor haar als thuis. “Mijn familie komt uit de Molukken en is destijds met de boot in Rotterdam aangekomen. Veel familie woont er nog steeds, mijn ouders werkten er ook lang. Ik ben er opgegroeid, liep er mijn stage en ken de stad door en door.”
Die verbinding met de stad verwerkte ze in haar finale-outfit. “Het thema was Rotterdam, en voor mij is dat meteen streetwear. Ik wilde iets maken dat iedereen kan dragen. Denim werd de basis, want dat is tijdloos en sterk. Net als Rotterdam. Mijn vader zette een oproep op Facebook en we zijn door de stad gegaan om oude spijkerbroeken te verzamelen. Al die verhalen en materialen zitten in mijn outfits.”

De looks die Olivia presenteerde tijdens de finale.

Een overwinning vol trots

De finale zelf was een belevenis. “Mijn familie en vrienden waren erbij. Toen mijn naam werd omgeroepen, hoorde ik mijn moeder en vader schreeuwen. Het was een ontploffing van trots en blijdschap,” blikt Olivia terug. De jury prees haar oog voor detail: “Ze vonden dat ik overal goed over had nagedacht, van de kleurenthema’s tot de diversiteit van de modellen. Dat iedereen het kon dragen was precies wat ik wilde overbrengen.”

Ook haar inspiratiebronnen kwamen samen in het winnende ontwerp. “Ik laat me inspireren door de popmeiden van nu, zoals Tyla en Tate McRae. Ze hebben zoveel zelfvertrouwen en maken echt statements met hun kleding. Maar ook mijn familie speelt een grote rol. Molukkers hebben vaak een geweldige stijl. Soms zie ik een familielid helemaal in zwart leer en denk ik: dat ga ik ook eens proberen. Het zijn de mensen om me heen die me elke dag nieuwe ideeën geven.”

Olivia aan het woord tijdens de finale.

Zelfvertrouwen als missie

Modeburgemeester wil Olivia vooral uitstralen dat mode een krachtig middel is om jezelf te laten zien. “Ik wil dat mensen zelfvertrouwen krijgen,” zegt ze. “Ik heb daar zelf mee geworsteld, maar kleding heeft me geholpen. Ik hoop dat anderen, als ze mij zien, denken: ze doet het gewoon, dan kan ik dat ook. Mijn doel is dat iedereen durft te dragen wat hij of zij wil en zich vrij voelt om helemaal zichzelf te zijn. Dát wil ik dit jaar overbrengen.”

Wil je op de hoogte blijven van Olivia’s avonturen als Modeburgemeester? Volg haar via de Instagram-pagina @rotterdam.centrum of haar eigen account @olivia_pattiwael.

In Nederland gebleven: het verhaal gaat verder

Met de verschijning van de herziene uitgave van In Nederland gebleven is een belangrijke mijlpaal bereikt in de geschiedschrijving van de Molukse gemeenschap in Nederland. Auteurs Fridus Steijlen en Henk Smeets hebben een nieuw hoofdstuk toegevoegd dat de geschiedenis door­trekt tot 2025.

Lees meer


Ons Land, bamboefluit

NU TE ZIEN: ONS LAND

Een tentoonstelling over de Nederlandse koloniale geschiedenis en hoe die nog altijd doorwerkt in de huidige samenleving.

Lees meer

Lees verder

In Nederland Gebleven: het verhaal gaat verder

In Nederland gebleven: het verhaal gaat verder

GESCHREVEN DOOR REDACTIE OP 25 SEPTEMBER . GEPOST IN NIEUWS

Met de verschijning van de herziene uitgave van In Nederland gebleven is een belangrijke mijlpaal bereikt in de geschiedschrijving van de Molukse gemeenschap in Nederland. Het boek, dat in 2006 voor het eerst verscheen, vertelt het verhaal van de ongeveer 12.900 Molukkers die in 1951 naar Nederland kwamen. Het waren veelal voormalige KNIL-militairen en hun gezinnen die hier, ondanks de verwachting van een tijdelijk verblijf, bijna 75 jaar later nog steeds geworteld zijn. Nu, bijna twintig jaar later, voegen auteurs Fridus Steijlen en Henk Smeets een nieuw hoofdstuk toe dat de geschiedenis door­trekt tot 2025.

Een cadeau dat uitgroeide tot standaardwerk

De oorsprong van het eerste boek ligt in de vijftigjarige herdenking van de Molukse komst naar Nederland. “In 2001 vond in Rotterdam de herdenking plaats,” vertelt Henk Smeets. “Bij die gelegenheid bood minister Van Boxtel een ‘cadeau’ aan: geld voor een wetenschappelijke studie naar de geschiedenis van Molukkers in Nederland. Het Moluks Historisch Museum ging dit uitvoeren en vroeg ons om het onderzoek en de publicatie te verzorgen.”

“Het begon als een breed project met een team van jonge Molukse onderzoekers,” vult Fridus Steijlen aan. “Er was door Henk een overzicht gemaakt van alle gaten in de geschiedenis. Daar moest onderzoek naar worden gedaan. Uiteindelijk zijn Henk en ik overgebleven om het geheel te schrijven, met gebruik van al die deelstudies en oral history.” In 2006 werd het boek officieel aangeboden aan minister Verdonk. “Het was vrij snel uitverkocht,” zegt Henk. “Wetenschappers noemden het een aanwinst omdat het nieuwe feiten bracht en bestaande misverstanden corrigeerde.” “Natuurlijk komen er ook commentaren,” zegt Fridus. “Van ‘hé, ik mis iets’. Maar het boek betekende vooral erkenning van de geschiedenis, en dat is belangrijk.”

Auteurs Fridus Steijlen en Henk Smeets samen met museumdirecteur Henry Timisela tijdens de boekpresentatie in Museum Sophiahof.

Drijfveren en betrokkenheid

Beiden raakten op hun eigen manier nauw verweven met de Molukse gemeenschap. “Ik woonde in Vught, vlak bij woonoord Lunetten,” vertelt Henk. “Toen Molukse jongeren in 1975 een brief kregen dat ze moesten verhuizen, ontdekte ik dat zij de voorgeschiedenis van dat besluit niet kenden. Ik was geschiedenisstudent en begon documenten te verzamelen en schreef een stuk waarmee zij hun zaak konden onderbouwen. Toen er landelijke commotie ontstond, kwam minister Van Doorn naar Vught. Zo werd ik opgemerkt door het Inspraakorgaan Welzijn Molukkers. Aanvankelijk dacht ik: daar ga ik niet werken, dat moeten Molukkers zelf doen. Maar na de afloop van de gijzeling bij De Punt besefte ik dat er juist meer dialoog en versterking van Moluks kader nodig was. Ik werkte er uiteindelijk tien jaar, hielp later bij de oprichting van het Moluks Historisch Museum en rolde zo van het ene project in het andere.”

Fridus vond zijn roeping tijdens zijn antropologiestudie. “Een Molukse vriend zei dat ik me bezighield met het ‘niet-westerse’, maar dat er ook mensen uit dat ‘niet-Westen’ hier in Nederland wonen. Toen dacht ik: Nederlanders hebben ook iets met die geschiedenis te maken. Ik kon toekijken of verantwoordelijkheid nemen en koos het laatste. Ik werd in 1977 lid van een Molukse jongerenbeweging die zich richtte op scholing en bewustwording. Tijdens mijn studie specialiseerde ik me op Indonesië en wilde voor mijn masterscriptie daarheen, maar kreeg geen toestemming van de Indonesische overheid om te reizen. Daarom schreef ik uiteindelijk over Molukse drugsproblematiek. Zo werd mijn betrokkenheid onderdeel van mijn wetenschappelijke werk. Ik ben een antropoloog die uit de klei komt, zeg ik maar. Sindsdien ben ik blijven schrijven en onderzoek doen in en met de Molukse gemeenschap.”

De cover van het nieuwe boek.

Nieuwe generatie, nieuwe vormen

De herziene editie biedt een frisse blik op de afgelopen twintig jaar. “We zagen dat feiten soms verkeerd werden weergegeven,” legt Fridus uit. “We wilden dat rechtzetten en actuele ontwikkelingen toevoegen.” Hij schreef het extra hoofdstuk op basis van nieuw onderzoek en vele gesprekken. “De positie van de derde en vierde generatie is anders dan die van de tweede. Bij kwesties als antiracisme en Black Lives Matter spreken Molukse jongeren van nu zich uit en zeggen ze: dit is ook ónze samenleving. Wij zijn mede-eigenaar. Dat hoorde je in de jaren tachtig en negentig nauwelijks; toen was men nog bezig een plek te veroveren. Nu gebruiken Molukse jongeren eigen media, podcasts en nieuwe actievormen.” Henk ziet vooral zelfbewustzijn: “De jongeren van nu zeggen: ‘We zijn er. Daar blijf je vanaf.’ Hun Molukse identiteit blijft, maar krijgt nieuwe vormen.”

De tekst gaat onder de foto’s verder.

De eerste exemplaren van het boek worden uitgereikt aan drie generaties Molukkers: Maria Ohoioeloen van de tweede generatie, Joaniek Vreeswijk van de derde generatie en zussen Rania en Farah Siegers van de vierde generatie.

Veerkracht als rode draad

Wat beide auteurs vooral willen benadrukken, is de veerkracht van de gemeenschap. “Elke generatie pakt zijn eigen momenten en geeft op een eigen manier vorm aan haar positie in de samenleving,” zegt Fridus. “Het gaat niet alleen over slachtofferschap, maar juist over kracht. De derde en vierde generatie zeggen zelf: ‘wij kunnen dit doen omdat we op de schouders van eerdere generaties staan.’ Er is een continuïteit van veerkracht, en dat maakt mij enthousiast.”

Henk onderstreept het belang van feitelijke geschiedschrijving: “Bepaalde zaken worden vaak verkeerd of te simpel verteld, bijvoorbeeld dat Molukkers niet mochten werken of op dienstbevel naar Nederland kwamen. De werkelijkheid is veel ingewikkelder. Maar ook dat de Molukse drugshulpverlening, het Inspraakorgaan Welzijn Molukkers en de Gezamenlijke Verklaring van 1986 allemaal initiatieven waren uit de Molukse gemeenschap zelf. Het is belangrijk dat die werkelijkheid goed wordt vastgelegd.”

Bestel het boek!

Museum Maluku heeft bijgedragen aan deze herziene uitgave: foto’s uit onze collectie zijn opgenomen en het museum heeft inhoudelijk commentaar geleverd tijdens het schrijfproces. Daarmee is het niet alleen een historisch overzicht, maar ook een tastbare herinnering waarin ons erfgoed en onze stemmen bewaard blijven. Het boek is voor €39,99 verkrijgbaar via onze webshop. 

Klik hier om te bestellen

Groetjes uit Rotterdam: Olivia Pattiwael is de nieuwe Modeburgemeester

De 17-jarige Olivia Pattiwael is de kersverse Modeburgemeester van Rotterdam. Een jaar lang mag ze deze titel dragen en de creatieve modewereld van de stad vertegenwoordigen. Wij spraken haar over haar weg naar het modeburgemeesterschap, haar inspiratie en wat ze met haar nieuwe rol wil bereiken.

Lees meer


Ons Land, bamboefluit

NU TE ZIEN: ONS LAND

Een tentoonstelling over de Nederlandse koloniale geschiedenis en hoe die nog altijd doorwerkt in de huidige samenleving.

Lees meer

Lees verder

Collecties stap voor stap toegankelijk

Collecties stap voor stap toegankelijk

GESCHREVEN DOOR REDACTIE OP 8 september . GEPOST IN NIEUWS

Sinds mei van dit jaar dragen historicus Ron Habiboe en erfgoedspecialist Nanneke Wigard bij aan het toegankelijk maken van de collecties van Museum Maluku. Ron was al vóór de opening van het museum in Utrecht in 1990 betrokken en heeft sindsdien in de decennia erna aan uiteenlopende projecten en collecties meegewerkt. Nanneke werkte van 1994 tot 2020 bij het museum, vooral als collectiebeheerder en tijdens de doorstart in Den Haag ook als directeur. Beiden delen een grote passie voor Moluks erfgoed en het overdragen van kennis over de Molukse geschiedenis.

Door de overgang naar een nieuw collectieregistratiesysteem en de bijbehorende website was de toegankelijkheid van de collecties de afgelopen jaren beperkt. Om hierin meer inzicht en kennis te verkrijgen, deden onze medewerkers Yanise Zijlstra, Esmée Manubulu en Loïs Hutubessy een beroep op Ron Habiboe en Nanneke Wigard. Allereerst vonden er gesprekken plaats over uiteenlopende onderwerpen, zoals het ontstaan van de collecties en de digitaliseringsprojecten ‘Het Geheugen van Nederland’ (fotocollectie, 2002-2004), ‘Het Gebaar’ (archieven, objecten, audiovisuele collectie, bibliotheekcollectie, 2005-2008) en ‘Erfgoed van de Oorlog’ (interviews, 2009). Daarbij werd toegelicht hoe de collecties eerder beschikbaar waren voor onderzoekers en andere belangstellenden in de studiezaal, en vanaf 2009 ook online. Aansluitend praatte Nanneke Yanise en Esmée bij over de stand van zaken rond digitalisering en ontsluiting van de collecties eind 2019.

Loïs werkt momenteel aan het optimaliseren van het collectieregistratiesysteem. Bij de overgang in 2021 van het voormalige systeem (AdLib Axiell) naar Atlantis zijn niet alle gegevens volledig overgezet. De afgelopen maanden hebben Loïs en Nanneke daarom de data van elk type record – foto, object, boek, archiefstuk, enzovoort – zorgvuldig doorgenomen. Met deze afronding kan de conversie naar Atlantis worden voltooid en wordt het mogelijk de collecties stap voor stap opnieuw toegankelijk te maken.

Wat we koesteren, vraagt tijd

In deze column blikt directeur Henry Timisela terug op de stappen die Museum Maluku dit jaar heeft gezet en kijkt hij vooruit naar wat er nog komen gaat. Een persoonlijk dankwoord met een belofte: er komt nog veel moois aan.

Lees meer


Ons Land, bamboefluit

Nu te zien: ONS LAND

Een tentoonstelling over de Nederlandse koloniale geschiedenis en hoe die nog altijd doorwerkt in de huidige samenleving.

Lees meer

Lees verder

24 augustus 2025 | ROOTS ON DECK

24 augustus 2025 | ROOTS ON DECK: VOC-schip wordt podium voor Molukse makers tijdens SAIL

Kijk live mee naar ROOTS ON DECK: Molukse verhalen, muziek en toekomstkracht. Rechtstreeks uit Het Scheepvaartmuseum.

Op zondag 24 augustus 2025, tijdens SAIL 2025, één van de drukstbezochte evenementen van Nederland, presenteren Het Scheepvaartmuseum, Museum Maluku en L3B.AGENCY de eerste editie van ROOTS ON DECK, een nieuw programma waarin telkens andere gemeenschappen het podium nemen om hun eigen verhalen te delen. Deze keer OMBAK ANAK MALUKU, gewijd aan de Molukse gemeenschappen in Nederland. Vanuit het museum, met uitzicht op de replica van het VOC-schip Amsterdam, klinkt een middag lang de stem van de Molukse gemeenschappen, op hún manier, met hún energie en perspectieven. Geen verhaal over de gemeenschappen, maar door de gemeenschappen zelf: over professionaliteit, vakmanschap, creativiteit, talent en een blik op de toekomst.

Een krachtig livestreamprogramma gaat in première: drie talkshows, performances en muziek. Een middag waarin perspectieven verschuiven, verhalen tot leven komen en nieuwe generaties de toon zetten.

OMBAK ANAK MALUKU betekent ‘de golven van Molukse kinderen (nazaten)’. Het is een ode aan generaties die bewegen, bouwen en herinneren, en die de kracht van hun erfgoed meenemen naar het heden.

“Dit is een take-over – van onze verhalen.”

“Vandaag vullen wij dit schip en deze ruimte volledig met Molukse energie, verhalen en perspectieven. Dit ís een take-over: we nemen de representatie in onze handen, naar onze eigen invulling. We brengen wat op het VOC-schip en in het museum veel te lang ontbrak, en maken voelbaar dat onze verhalen niet alleen over het verleden gaan, maar ook over onze toekomst.” – Henry Timisela, directeur Museum Maluku & host ROOTS ON DECK.

ROOTS ON DECK: co-creatie vanuit de gemeenschap

ROOTS ON DECK is een nieuw programma van Het Scheepvaartmuseum waarin het VOC-schip wordt ingezet als levend podium voor gemeenschappen die te weinig zichtbaar zijn in museale context. Elke editie wordt in co-creatie gemaakt met één of meerdere gemeenschappen die verbonden zijn met het maritieme en koloniale verleden – in al hun diversiteit aan perspectieven en ervaringen.

Het VOC-schip staat voor velen symbool voor een gewelddadig verleden. Het Scheepvaartmuseum is zich daarvan bewust en gaat zorgvuldig om met programmering op deze plek. Bij ROOTS ON DECK ligt de keuze echter bij de gemeenschappen zelf. Deze keer kozen de Molukse gemeenschappen er bewust voor om het schip als podium te gebruiken – om hun eigen verhalen te vertellen, op hun eigen manier, en zo een beladen plek te vullen met nieuwe betekenis.

“ROOTS ON DECK gaat over representatie, niet alleen over reflectie. We geven de regie aan de gemeenschappen zelf, zodat zij bepalen welke verhalen, emoties en toekomstdromen klinken. Zie het als een mengpaneel: soms zet je één stem wat harder, soms een andere, tot er een compleet geluid ontstaat waarin iedereen wordt gerepresenteerd – op zijn, haar of hun eigen manier. Het gaat om ruimte maken voor professionaliteit, vakmanschap, creativiteit en talent, en om jongere generaties in Nederland te inspireren.” – Repti Suprantinah, hoofd publiek, Het Scheepvaartmuseum.

Kijk live mee op zondag 24 augustus, 14.00 – 16.00 uur via het YouTube-kanaal van Het Scheepvaartmuseum.

GA NAAR YOUTUBE

Programma livestream (14.00–16.00 uur)

Drie talks geven het podium aan Molukse perspectieven op verleden, heden en toekomst en zijn verweven met pre-recorded performances en visuele intermezzo’s.

  • TALK 1: Reflection: Who We Were, met Joao Loupatty en Margery Kainama – Over zeewaardigheid, voorouderlijke kracht en identiteit voorbij kolonialisme. Een verkenning van Molukse wortels, waarin traditie en AI elkaar ontmoeten.
  • TALK 2: Entrepreneurship: What We Do, met Geronimo Tuhumena, Joshua Timisela en Franciska Manuputty – Over ondernemerschap, handelsgeest en communitykracht. Hoe zetten Molukse makers hun veerkracht en creativiteit in om te bouwen, zelfs als de omstandigheden uitdagend zijn?
  • TALK 3: Representation: Who We Are, met Aca Siwabessy en Yopi Abraham – Over zichtbaarheid in kunst, cultuur en museale ruimtes. Hoe wordt het collectieve verhaal van de Molukse gemeenschap gerepresenteerd en hoe nemen zij zelf het narratief in handen?

Bouwen aan toekomstig erfgoed

Het programma wordt vastgelegd en gedeeld, als voorbode van wat er in 2026 komt: het jaar waarin we 75 jaar Molukkers in Nederland herdenken én vieren. “In Het Scheepvaartmuseum laten we zien hoe maritieme cultuur deel uitmaakt van ieders leven – of dat nu voortkomt uit een leven op of rond zee, een herkomst van eilanden in de Molukken of het Caribisch gebied, een migratiegeschiedenis of een ander maritiem verhaal. ROOTS ON DECK verbindt dat verleden met het heden, door gemeenschappen zelf het woord te geven op een plek die zowel geschiedenis als nieuwe perspectieven in zich draagt.” – Michael Huijser, algemeen directeur Het Scheepvaartmuseum.

Over deze samenwerking

ROOTS ON DECK: OMBAK ANAK MALUKU is een coproductie van:

  • Het Scheepvaartmuseum – Initiatiefnemer en drager van dit programma. ROOTS ON DECK is onderdeel van onze inzet om representatie vanuit de gemeenschappen zelf in het museum vorm te laten krijgen, zodat zowel maritiem erfgoed als de maritieme cultuur van nu ook hun verhalen, perspectieven en toekomstbeelden weerspiegelen.
  • Museum Maluku – Inhoudelijke partner en drijvende kracht vanuit de Molukse gemeenschappen. Vanuit eerdere dialoogmomenten met Het Scheepvaartmuseum ontstond de wens om samen een nieuw narratief vorm te geven, gedragen van binnenuit.
  • L3B.AGENCY – Creatief-strategisch partner met expertise in jongerencultuur, community building en storytelling. Verantwoordelijk voor de creatieve doorvertaling, strategie en het conceptuele raamwerk van ROOTS ON DECK.

Dit programma wordt mede mogelijk gemaakt door het Mondriaan Fonds en de Vriendenloterij.

Wat we koesteren, vraagt tijd

In deze column blikt directeur Henry Timisela terug op de stappen die Museum Maluku dit jaar heeft gezet en kijkt hij vooruit naar wat er nog komen gaat. Een persoonlijk dankwoord met een belofte: er komt nog veel moois aan.

Lees verder


Groetjes uit Assen: Een boodschap die wél aankomt

In de Molukse wijk in Assen zijn ter ere van het 60‑jarig bestaan van de wijk drie indrukwekkende muurschilderingen gerealiseerd. Eén daarvan is Becoming  Without  Permission van kunstenaar Daniël‑Michel Saptenno. Inspiratie put hij uit een Molukse postzegel die nooit werd gebruikt.

Lees verder


Ons Land, bamboefluit

Nu te zien: ONS LAND

Een tentoonstelling over de Nederlandse koloniale geschiedenis en hoe die nog altijd doorwerkt in de huidige samenleving.

Lees verder

Lees verder

Groetjes uit Assen: Een boodschap die wél aankomt

Groetjes uit Assen: Een boodschap die wél aankomt

GESCHREVEN DOOR REDACTIE OP 31 juli . GEPOST IN NIEUWS

In de Molukse wijk in Assen worden ter ere van het 60‑jarig bestaan van de wijk drie indrukwekkende muurschilderingen gerealiseerd. Eén daarvan is Becoming  Without  Permission van kunstenaar Daniël‑Michel Saptenno. Inspiratie put hij uit een Molukse postzegel die nooit werd gebruikt. Lees verder en ontdek het verhaal achter deze bijzondere muurschildering.

Een brief die nooit aankwam

“Ik werk altijd met de Molukse postzegel,” vertelt Daniël-Michel. “Dat is mijn basis. Die zegel zit vol symboliek: hij is ooit vlak voor de onafhankelijkheidsstrijd van de Republiek der Zuid-Molukken gemaakt door Henry Stolow, een postzegelhandelaar met een monopolie. Maar de strijd werd verloren, de zegel mocht nooit gebruikt worden. De boodschap is letterlijk nooit aangekomen. Via mijn kunst komt die boodschap alsnog aan.”

Het initiatief voor de muurschilderingen komt van de Molukse huurdersbelangenvereniging PMA (Perumahan Maluku Assen). Samen met bewoners en kunstenaars inventariseerden zij de wensen in de wijk. Vaart Welzijn, Actium Wonen en de gemeente Assen, verenigd in Mijn Buurt Assen, ondersteunen en faciliteren het traject. Naast Daniël-Michel werken ook Suzette Huwae en Djunardo Suripatty aan muurschilderingen. In de wijk zijn bovendien nog twee eerdere werken te bewonderen, van Dominique Latoel en Nicky Nahafahik.

De tekst gaat onder de foto verder.

Daniël-Michel aan het werk in Assen.

Twee vogels en een brief

Op de nieuwe muurschildering in Assen duiken kleurrijke vogels en een vlinder op, allemaal uit de wereld van de postzegel. “De Gouldian finch en de Papilio ulysses,” zegt Daniël-Michel. “Bij een van de vogels heb ik een brief in de klauwen gezet. Die brief gaat nu wél op weg, zonder dat iemand daar toestemming voor hoeft te geven. Het werk heet Becoming Without Permission. Het gaat erom dat je mag bestaan, zonder dat je daar erkenning van een ander voor nodig hebt.”

De tekst bij het kunstwerk:

Becoming Without Permission

They silenced the stamp.
But the message waited.

Then, from Maluku’s edge,
the Gouldian Finch appeared:
a letter with wings,
blooming in impossible color.

It sang without asking.
Existed without proof.

Carried without weight.

So I knew:
I, too may bloom,
without permission.
I, too
am already in flight.

Tussen de mensen

De muurschildering prijkt op een woning aan de rand van de wijk, een plek waar dagelijks veel mensen langskomen. Daniël‑Michel zag hoe voorbijgangers, zowel Moluks als niet-Moluks, stil bleven staan. “Het begint vaak bij: mooi of niet mooi, dat is subjectief,” vertelt hij. “Maar wat ik belangrijk vind, is dat mensen stoppen en zich afvragen: wat is dit eigenlijk? Dan ontstaat een gesprek, en dat gesprek reist verder. Iemand hoort mijn verhaal, neemt het mee naar huis, deelt het weer met een ander. Tussen het schilderen door zat ik onder een parasol met Anis, de bewoner van het huis, verhalen uit te wisselen. De jongens kwamen langs, de tantes kwamen langs, de buren kwamen langs. Mensen bleef even staan, stelden een vraag. Dat is voor mij een win. Met het werk open ik een gesprek op een liefdevolle manier.”

De tekst gaat onder de foto verder.

Het eindresultaat.

Postzegel als eigen wereld

Voor Daniël-Michel is de Molukse postzegel een onuitputtelijke bron. “Ik wil die wereld steeds verder uitbouwen. Misschien in de vorm van animatie, sculpturen, boeken… ik weet het nog niet. Er zijn nog zoveel postzegels: met vissen, bloemen, vogels. Alles wat ik maak verwijst terug naar die postzegel. Verder haal ik de inspiratie voor mijn werk vooral uit het leven en hoe ik dat ervaar. Ik voel niet dat ik alleen Moluks ben, maar ook dat ik Nederlands ben. Net als de vogels op de muur zweef ik eigenlijk tussen twee culturen in.”

Meer werk van Daniël-Michel waar de postzegel in terugkomt.

De muurschildering Becoming Without Permission wordt op maandag 18 augustus 2025 officieel geopend in de Molukse wijk in Assen. Wie Daniël-Michel wil volgen, kan terecht op zijn Instagram voor nieuwe werken en verhalen.

Ons Land, bamboefluit

NU TE ZIEN: ONS LAND

Een tentoonstelling over de Nederlandse koloniale geschiedenis en hoe die nog altijd doorwerkt in de huidige samenleving.

Lees meer


Wat we koesteren, vraagt tijd

In deze column blikt directeur Henry Timisela terug op de stappen die Museum Maluku dit jaar heeft gezet en kijkt hij vooruit naar wat er nog komen gaat. Een persoonlijk dankwoord met een belofte: er komt nog veel moois aan.

Lees meer

Lees verder

Wat we koesteren, vraagt tijd

Wat we koesteren, vraagt tijd

GESCHREVEN DOOR HENRY TIMISELA OP 26 juli . GEPOST IN NIEUWS

Soms sta ik stil, heel even maar. Dan kijk ik achterom, naar wat we hebben gedaan de afgelopen maanden. En dan voel ik vooral dit: dankbaarheid. Want wie had gedacht dat we, met een klein team van parttimers, zoveel konden doen? Zoveel in beweging konden zetten. Zoveel mensen mochten raken. Niet zo lang geleden nog met ons project Collections Connect, waar we jonge kunstenaars uit Maluku in contact brachten met Molukse changemakers in Nederland. Daar sta ik even bij stil. 

Kunstenaars Daniël-Michel Saptenno uit Rotterdam en Theodora Melsasail uit de Molukken in ons archief in Rotterdam.

En dan blik ik terug. Van de wisselexpositie RE:CAST aan het begin van het jaar tot de voorbereidingen voor een nieuwe tentoonstelling in maart 2026 – we bouwen met liefde, visie en toewijding aan een museum dat meer is dan alleen een ruimte vol Molukse spullen. Het is een plek van herinnering, van erkenning, van verbinding. 

Ik wil mijn waardering uitspreken naar ons team. De mensen die – vaak achter de schermen – hun tijd, energie en vakmanschap inzetten om dit museum levend te houden. En levend te maken. Mijn dank gaat ook uit naar het bestuur, de vele vrijwilligers in het archief in Rotterdam, en iedereen die zijn of haar steentje bijdraagt – zichtbaar of onzichtbaar. Zonder jullie was dit allemaal niet mogelijk. 

Vele vrijwilligers druk aan het werk.

Onze dankbaarheid gaat ook uit naar de schenkers. De mensen die hun kostbaarheden, verhalen en archieven aan ons toevertrouwen. Van videobanden tot persoonlijke oeuvres – elke schenking wordt zorgvuldig bekeken, beschreven en gedigitaliseerd. Dat proces kost tijd. Uw geduld daarin is van onschatbare waarde. We willen recht doen aan elk stuk, aan elk verhaal. 

Ook in onze publieksomgeving wordt hard gewerkt: het ontsluiten van alle digitale bestanden, het verbeteren van de zoekfunctie en het integreren van duizenden records in ons systeem vraagt technische en menselijke precisie. We vragen dus ook daarvoor uw begrip. 

Want ja – we werken vanuit twee locaties. In Den Haag, waar we periodiek exposeren en kantoor houden in de Sophiahof, en in ons depot in Rotterdam, waar we schatgraven, conserveren, registreren en ontmoeten. 

De opnames van onze vodcast Unboxing – Uitgepakte verhalen.

Tussen die twee steden beweegt het werk van Museum Maluku. En in die beweging zijn ook vele mooie momenten ontstaan. We mochten deelnemen aan evenementen als Cinema Maluku, het Symposium Nederlands Slavernijverleden in de Indische Oceaan, we lanceerden de vodcast Unboxing en we ontvingen geïnteresseerden in ons depot. We werkten met ouderengroepen uit onder andere Moordrecht, Almelo en Wierden. We stonden op podia én zaten aan tafels. In gesprek, in verbinding. 

Ook onze samenwerkingen groeien. Met liefde noem ik Bahasa Basudara, Museum Siwa Lima, Totaal Moluks – partners die met ons optrekken in de zoektocht naar gedeeld erfgoed en gedeelde toekomst. 

Wat de tweede helft van dit jaar brengt? Nieuwe stappen, nieuwe plannen. Nieuwe samenwerkingen die we met zorg zullen aankondigen. Maar voor nu wil ik vooral even zeggen: dank u wel. Voor uw betrokkenheid, uw steun, uw vertrouwen in wat we doen. En ook: dank voor uw geduld. 

We zijn een kleine organisatie met grote ambities, verdeeld over twee locaties. Dat betekent soms dat dingen wat langer duren. Maar weet: er wordt elke week, elke dag, met zorg en toewijding gewerkt. 

We houden u de komende tijd op de hoogte van nieuwe stappen. Er komt meer aan – ook in samenwerking met anderen. Na de zomervakantie mag u weer mooie ontwikkelingen verwachten. 

Tot dan en ik wens u een prachtige zomer toe. 

Hormat, 
Henry Timisela 

GROETJES UIT ASSEN: EEN BOODSCHAP DIE WÉL AANKOMT

In de Molukse wijk in Assen zijn ter ere van het 60‑jarig bestaan van de wijk drie indrukwekkende muurschilderingen gerealiseerd. Eén daarvan is Becoming  Without  Permission van kunstenaar Daniël‑Michel Saptenno. Inspiratie put hij uit een Molukse postzegel die nooit werd gebruikt.

Lees meer


Ons Land, bamboefluit

NU TE ZIEN: ONS LAND

Een tentoonstelling over de Nederlandse koloniale geschiedenis en hoe die nog altijd doorwerkt in de huidige samenleving.

Lees meer

Lees verder

Groetjes uit Nijmegen: Géromy Pattipeilohy wint prestigieuze Coiffure Award

Groetjes uit Nijmegen: Géromy Pattipeilohy wint prestigieuze Coiffure Award

GESCHREVEN DOOR REDACTIE OP 26 juni . GEPOST IN NIEUWS

Tijdens de toonaangevende Coiffure Award in Hilversum viel Bon Ton Kappers uit Nijmegen maar liefst drie keer in de prijzen. De salon sleepte de felbegeerde Team Award binnen en styliste Géromy Pattipeilohy werd onderscheiden in de categorie ‘Dames Utrecht, Zuid-Holland & Gelderland’. Haar creaties werden geroemd om hun textuur, styling en fashion sense. Een persoonlijk hoogtepunt voor Géromy, die pas drie jaar écht in het kappersvak actief is.

Een droom die werkelijkheid werd

“Toen ik mijn naam hoorde, kon ik alleen maar denken: wat gebeurt hier?”, vertelt Géromy, nog zichtbaar onder de indruk van het moment. “Je werkt er maanden naartoe en dan sta je daar ineens op het podium. Ik kon alleen maar vloeken van verbazing. Het was zo’n ontlading.” De jury was unaniem lovend over haar werk: “Een geweldige variatie in structuur en styling, de kwaliteit spat er vanaf. Een total look die perfect in balans is.”

Van Pinterest naar podium

Géromy liet zich voor haar serie inspireren door kleur, patroon en cultuur. “Ik was geobsedeerd door Afrikaanse stijlen. Al die structuren, kleuren, vlechtwerk – daar heb ik mijn eigen draai aan gegeven.” Het creëren van zo’n serie is een intensief traject, waarbij alles moet kloppen: haar, make-up, styling en sfeer. “We kregen begeleiding van topkapper Danny van Tuijl. Je begint met moodboards en werkt stap voor stap naar een serie van vier beelden, samen met een professioneel team. En dat allemaal naast je werk in de salon.”

De tekst gaat onder de foto’s verder.

De ingezonden serie van Géromy.

Alles op z’n tijd

Hoewel ze in 2011 al haar kappersdiploma haalde, Vond Géromy pas drie jaar geleden haar weg naar het vak. “Ik voelde dat ik iets creatiefs wilde doen, maar wist niet hoe. Ik heb veel andere dingen gedaan binnen de beautybranche, totdat mijn huidige werkgever mij benaderde. Hij zag iets in mij en daardoor heb ik mezelf naar boven kunnen halen.” Dat vertrouwen is inmiddels ruimschoots beloond: “Deze prijs voelt als een erkenning. Ik mag op mezelf vertrouwen. Ik ben creatief genoeg.”

Een team om trots op te zijn

Naast haar eigen winst is Géromy minstens zo trots op haar collega’s van Bon Ton Kappers. De salon sleepte ook de Team Award in de wacht, een prijs voor het gezamenlijke werk van het hele team. “We hebben elkaar allemaal geholpen met elkaars series. Dat sparren zit echt in ons. We gunnen het elkaar oprecht.” Ook een jonge collega binnen de salon deed van zich spreken: die werd tweede in de categorie Young Talent. “Dat is echt iets waar ik heel trots op ben. Op alles wat we binnen hebben gehaald. De Team Award mee naar huis nemen was echt de kers op de taart.”

Plannen voor de toekomst

“Ik wil blijven ontdekken wat er nog meer in me zit,” zegt Géromy. “En uiteindelijk lijkt backstage werken bij een Fashion Week in Parijs of New York me fantastisch.” Voor jonge Molukse creatievelingen heeft Géromy een mooie boodschap: “Blijf dichtbij jezelf, dat maakt je uniek. Laat je niet tegenhouden, durf fouten te maken en vergeet nooit waar je vandaan komt. Dat is jouw kracht.”

Collections Connect brengt kunstenaars uit de Molukken naar Nederland

Voor het project Collections Connect zijn artiesten Alvin Talabessy en Theodora Melsasail uit de Molukken op bezoek in Nederland. Ze doen inspiratie op, ontmoeten andere Molukse makers en verdiepen zich in het leven van Molukkers in Nederland.

Lees meer


Ons Land, bamboefluit

NU TE ZIEN: ONS LAND

Een tentoonstelling over de Nederlandse koloniale geschiedenis en hoe die nog altijd doorwerkt in de huidige samenleving.

Lees meer

Lees verder