Skip to main content

Aankomst van Molukkers in Nederland

Op 21 maart 1951 kwamen de eerste Molukkers aan in Nederland. De Kota Inten vertrok op 20 februari uit Surabaya met de eerste groep en kwam aan in Rotterdam. Er zouden nog elf tochten volgen, die in totaal ruim 12.500 voornamelijk Molukse soldaten en hun gezinnen naar Nederland zouden brengen. Ze arriveerden in Rotterdam en Amsterdam. Dat is vandaag precies 69 jaar geleden.

Herdenkingswandeling Lloydkade

Tegenwoordig wordt binnen de Molukse gemeenschap de aankomstdatum als een markering gezien van de Molukse geschiedenis in Nederland. Zo wordt er sinds een aantal jaar een herdenkingswandeling gehouden richting de Lloydkade in Rotterdam. Ook op social media delen nazaten van deze eerste generatie, foto’s van hun (voor/over/groot)-ouders ter nagedachtenis aan deze historische gebeurtenis.

Kota Inten

Op bijgaande foto zie je het vertrek van de Kota Inten (1e reis). Langs de militairen aan boord van het schip is er zicht op de uitzwaaiers op de kade. De Kota Inten werd in 1927 gebouwd door Maatschappij Fijenoord in Rotterdam. Ze werd twee keer ingezet bij de overbrenging van Molukse militairen en hun gezinnen van Java naar Nederland. Het schip werd in 1957 in Hong Kong gesloopt. Meer foto’s van onder andere het leven aan boord en tijdens de overtocht, vind je op deze website.

Meer info over de overtocht

Hieronder is een overzicht van de schepen waarmee de Molukkers in Nederland arriveerden. Wil je weten met welk schip jouw familie de overtocht maakte? Gebruik dan deze database.

Molukse transportenReisAankomstDatum aankomst
Asturias9Amsterdam17 mei 1951
Atlantis2Rotterdam23 maart 1951
Castelbianco4Rotterdam24 april 1951
Fairsea10Rotterdam5 juni 1951
Goya11Rotterdam15 juni 1951
Groote Beer7Amsterdam12 mei 1951
Kota Inten (eerste reis)1Rotterdam21 maart 1951
Kota Inten (tweede reis)12Rotterdam21 juni 1951
New Austalia5Amsterdam29 april 1951
Roma3Rotterdam8 april 1951
Skaubryn6Rotterdam10 mei 1951
Somersetshire8Amsterdam16 mei 1951

MHM tot en met 6 april 2020 gesloten vanwege besmettingsrisico’s 

Vanwege de besmettingsrisico’s is het Moluks Historisch Museum in ieder geval tot en met 6 april 2020 gesloten. Hiermee geven bestuur en directie gehoor aan de genomen maatregelen van het kabinet.

Update: dit artikel is aangepast op 15 maart 2020

VRAGEN VAN STUDENTEN

Het Moluks Historisch museum krijgt regelmatig vragen van studenten voor scripties en onderzoeken. Studenten met vragen over een onderzoek of ons archief kunnen terecht bij Carmen Prins (c.prins@museum-maluku.nl).

FOTOARCHIEF

Vragen over het fotoarchief van het Moluks Historisch Museum kunt u stellen aan Huib Akihary (h.akihary@museum-maluku.nl). De fotocollectie van het Museum Maluku geeft een beeld van de geschiedenis van de Molukkers in Nederland en van de ontwikkelingen in de Molukse gemeenschap vanaf 1951 tot heden. Ook de band die Nederland en de Nederlandse Molukkers hebben met de Molukken wordt zichtbaar.

ACTIVITEITEN

Geplande activiteiten in de maand maart, zoals Museumnacht Kids en de presentatie van Wij zijn de Molukkers! worden afgelast. Houd onze website in de gaten voor de meest actuele informatie hierover.

SOPHIAHOF EN BIBLIOTHEEK

Sophiahof is sinds 13 maart 2020 volledig gesloten. Dit betekent dat u in ieder geval tot en met 6 april 2020 geen gebruik kunt maken van de bibliotheek.

ZALEN

Voor meer informatie over boekingen van de zalen kunt u een mail sturen naar Reinier van Ooijen (r.vanooijen@museumsophiahof.nl).

Voor alle andere vragen kunt u terecht bij Henry Timisela (h.timisela@museum-maluku.nl), directeur van het Moluks Historisch Museum.

Henry Timisela nieuwe directeur Moluks Historisch Museum

Met ingang van 10 maart 2020 is Henry Timisela de nieuwe directeur van het Moluks Historisch Museum. Op 5 maart ging het bestuur van het Moluks Historisch Museum akkoord met zijn benoeming.

Henry Timisela is blij met zijn benoeming. ‘Juist in deze tijd waarin er veel Molukse talenten zijn, is het aan het Moluks Historisch Museum om die mensen een podium te geven. Dat is een rol die het museum al sinds jaar en dag heeft, en nu nog meer zal gaan invullen door mensen in het land op te zoeken en met hen de samenwerking aan te gaan. Het Molukse verhaal doet ertoe. Ik kijk er naar uit om aan de slag te gaan.’

JUISTE PERSOON OP JUISTE PLAATS

Henry Timisela volgt Nelleke Launspach op, die op 1 februari 2020 het Moluks Historisch Museum verliet na een korte interim-periode. Het bestuur van het Moluks Historisch Museum ziet Timisela als de ideale opvolger van Launspach.

Voorzitter Kaja Sariwating: ‘Henry heeft een schat aan ervaring opgedaan, die zeer van pas komt in zijn nieuwe rol als directeur van het Moluks Historisch Museum. Onze stichting is volop in beweging en Timisela’s deskundigheid en gedrevenheid zijn daarbij zeer welkom. We hebben er alle vertrouwen in dat hij de juiste persoon op de juiste plaats is.’

TBT WORKS

Timisela werkte de afgelopen jaren op freelance-basis als programmamaker, projectleider en journalist. Met zijn broer Joshua richtte hij het productiebedrijf TBT Works op. Samen maakten zij de speelfilm JEFTA, de theatervoorstellingen Het Geheim van The Brothers Timisela, Enkeltje Toekomst, Hotperdomme Nou en De LIEPDE Show.

Foto’s: Henry Timisela / TBT

Even voorstellen: Huib Akihary

Het Moluks Historisch Museum heeft naast een nieuwe website tevens een nieuwe medewerker. Huib Akihary, een vertrouwd gezicht en een oude bekende van onze stichting, verbindt zich aan het Moluks Historisch Museum als conservator.

Achtergrond Huib Akihary

Huib Akihary was sinds het begin van de jaren ’90 betrokken bij het Moluks Historisch Museum. Daarnaast is hij de afgelopen jaren actief betrokken bij verschillende initiatieven in het land, zoals de Molukse Dag op het Kwaku Summer Festival in Amsterdam, stichting Rhythm of Maluku en stichting Moluccan Future Foundation. Hij is freelance kunsthistoricus en geeft regelmatig lezingen en workshops in Nederland en Indonesië.

Contact

Je kunt hem vragen stellen via h.akihary@museum-maluku.nl.

Nieuwe website is online

Met trots lanceren wij onze compleet nieuwe website. De nieuwe website beschikt over een SSL-certificaat. Bezoekers kunnen daardoor veilig gebruik maken van de website.

In de afgelopen weken is er op de achtergrond gewerkt aan deze nieuwe website. Wij hopen dat de website een goed beeld geeft van onze activiteiten. Mocht u vragen hebben of suggesties hebben, dan horen wij dit graag!

 

Overbetuwe weet nu alles over Molukken

Op 19 februari vond in Sociaal Centrum De Wieken in Elst een informatieavond plaats over de geschiedenis van de Molukken en de Molukse Nederlanders in ons land. MHM’s Huib Akihary gaf een lezing tijdens de druk bezochte informatieavond.

GELD VOOR SLACHTOFFERS

In veel Nederlandse gemeenten met een Molukse gemeenschap stelde de gemeente geld beschikbaar voor hulp aan aardbeving-slachtoffers op de Molukken, onder andere in Assen, Barneveld, Den Bosch, Gennep, Tiel, Waalwijk en Wierden. Het voorstel bereikte in de gemeenteraad van Overbetuwe geen meerderheid. Gebrek aan kennis over de Molukse gemeenschap in Elst werd daar als mogelijke oorzaak voor de weigering gezien. De lezing van Huib Akihary moest dat gebrek aan kennis wegnemen.

INFORMATIEAVOND

De avond, die om 20.00 uur begon, was specifiek bedoeld voor Nederlanders die meer over de Molukken en de Molukse Nederlanders willen weten.

Elstenaar Freddy Vink zag de avond als een mooie kans zijn kennis over de Molukken wat aan te scherpen. ,,Ik zie dit maar als een opfriscursus. Mooi dat er ook politici in de zaal zitten. Want een beste beurt hebben die na de aardbeving vorig jaar niet gemaakt.’’ Ook burgemeester Patricia Hoytink-Roubos van de gemeente Overbetuwe was te gast.

GELD GEMEENTE OVERBETUWE VOOR WEDEROPBOUW SCHOLEN

Na afloop van de informatieavond maakte burgemeester Patricia Hoytink-Roubos dat de gemeente Overbetuwe 13.623 euro schenkt. Overbetuwe draagt alsnog financieel bij aan de wederopbouw van tien scholen op de Molukken.

Bron: De Gelderlander (20-02-2020) / Foto: Bert Beelen

Het Molukse verhaal ophangen aan foto’s

Het Molukse verhaal opgehangen aan foto’s

GESCHREVEN DOOR PROF. DR. FRIDUS STEIJLEN OP . GEPOST IN NIEUWS

‘Een foto zegt meer dan duizend woorden’, wordt wel eens gezegd. Ik vraag me af of dat wel zo is. Het hangt ervan af wat iemand in een foto ziet of wil zien. Het hangt af van wat iemand graag wil horen, welk verhaal iemand wil vertellen. Dit soort overwegingen hield ik afgelopen 15 januari de aanwezigen op het Sophiahof voor. We waren bij elkaar vanwege de verkiezing van 25 foto’s die een beeld moeten geven van Nederlands Indië, Suriname en de Caraïbische eilanden tijdens de tweede wereldoorlog en kort daarna.

Dat was in het kader van het project ‘De tweede wereldoorlog in honderd foto’s, geïnitieerd door het NIOD (Nederlands Instituut voor oorlogs-, holocaust – en genocidestudies). Daarvoor koos in elke provincie – twaalf en de zogenaamde overzeese gebiedsdelen – een commissie 50 foto’s. Waarvan het publiek er weer 25 kon kiezen. En op 30 maart zullen uit alle foto’s 100 worden uitgekozen voor een tentoonstelling in de Tweede Kamer. De eerste selectie van 50 foto’s per provincie zullen worden gebruikt voor pop-up tentoonstellingen.

Molukse ex-KNIL-militairen uit woonoord Vossenbosch in training voor de wandelmars van Nijmegen. V.l.n.r.: A. Tuasela, H. Piris, J. Tuasela, S.A. Uneputty, F.J. Salakory, onbekend, A. Sahusilawane, F. Pattiasina (voor), P. Maulany (achter), M. Patty, W.D. Sipahelut, A. de Kock (achter), A. Latumahina (donkere baret, vooraan), D. Pattiasina (gedeeltelijk achter de vlag), onbekend (geheel achter de vlag).

Voor de selectie van de 50 foto’s uit de ‘overzeese gebiedsdelen’ putte we uit verschillende collecties, uiteraard ook die van het Moluks Historisch Museum. Het bijzondere van die laatste collectie is dat er foto’s in zitten die je elders niet vind, ook over de periode 1940-1949. Dat komt omdat ze via Molukkers in de archieven terecht zijn gekomen. Molukkers kwamen op andere plaatsen en vonden andere dingen belangrijke om vast te leggen of om als herinnering te bewaren.

Een van de foto’s die we uitkozen laat een groep mannen met bloot bovenlijf zien, die bezig zijn met sportles. De foto was genomen in Ambon en stamt uit 1945. Die plaats en tijd zijn bijzonder. Het is een foto van de training van KNIL militairen die na de capitulatie van Japan op de Molukken werden gerekruteerd. Vlak na die capitulatie was Nederland al weer terug in de Molukken en kon beginnen met de her-organisatie van het KNIL. Dat is een ander verhaal dan die foto’s uit andere delen van Indonesië vertellen waar Nederland nog wilde proberen haar koloniale gezag te herstellen. Die ene foto van sportende KNIL militairen, vertelt ons het verhaal van verschillende situaties in de uitgestrekte Indonesische archipel. Verschillen waardoor vanaf augustus 1945 Molukkers makkelijke voor het KNIL konden worden gerekruteerd dan bevolkingsgroepen op andere eilanden. Tegen de achtergrond van de actuele discussies over de dekolonisatie is dat een belangrijk verhaal.

Coos Ayal met 10 van de 17 overlevenden van de verzetsgroep op Nieuw-Guinea. De foto is genomen in Camp Wacol, Australië. V.l.n.r. Nuhuwae, Sagrang, Soeha, De Mey, Kokkeling, De Kock, Beaufort, Jaquard, Attinger en Sandiman.

Helaas, vind ik, heeft de foto de volgende ronde niet gehaald en zit hij niet in de selectie van 25 foto’s. Een foto van het Moluks Historisch Musem die wel in de volgende ronde is gekomen is die van Coosje Ayal, poserend met tien van de overlevenden van de verzetsgroep op Nieuw Guinea waar zij onderdeel van was. Ook dat is een belangrijk verhaal. Maar ook voor deze foto geldt dat je alleen het verhaal goed kan vertellen als je weet wat er op de foto staat. En je moet uiteraard het verhaal van Coosje en deze verzetsgroep willen vertellen, het verhaal belangrijk vinden.

Een foto vertelt volgens mij niet meer dan duizend woorden. Woorden zijn belangrijk om te weten wat je op de foto ziet. De foto is belangrijk om de woorden diepgang te geven. Het verhaal van Coosje krijgt diepgang als je haar als enige vrouw tussen de tien mannen ziet staan. Het verhaal over de rekrutering voor het KNIL direct na de Japanse capitulatie krijgt gezicht als je de Molukse militairen ziet sporten en je je beseft dat een aantal van hen in 1951 mogelijk naar Nederland is gebracht.

Deze foto’s in de collectie van het Moluks Historisch Museum moeten we koesteren, samen met de verhalen en we moeten zorgen dat die een weg blijven naar een breder publiek. Zoals ze nu in het project ‘De Tweede Wereldoorlog in honderd foto’s’ kleine haakje vormen om het Molukse verhaal aan op te hangen.

Laatste berichten

Zoek zelf naar beeldmateriaal

Bezoek ‘Vechten voor vrijheid. De vele gezichten van verzet’

MHM zoekt extra vrijwilligers!

MHM zoekt extra vrijwilligers!

GESCHREVEN DOOR REDACTIE MHM OP 18. GEPOST IN NIEUWS

Wil jij je graag inzetten voor het Moluks Historisch Museum? Geef je dan op als vrijwilliger.

MEER WERK DAN VRIJWILLIGERS

Het Moluks Historisch Museum kan niet bestaan zonder de onvoorstelbare inzet van de vrijwilligers. We hebben momenteel al vrijwilligers, van een paar uur per jaar tot vast dagen in de week. Toch blijkt dat er meer werk is dan er vrijwilligers zijn.

Vrijwilliger zijn bij het Moluks Historisch Museum is leerzaam. Het maakt niet uit of je veel of weinig ervaring hebt, of veel of weinig tijd kunt spenderen, we hebben voor elk wat wils. Als je al veel ervaring hebt willen we graag dat je je kennis inzet om mensen met minder ervaring op te leiden, en als je geen ervaring hebt is dit een ideale plek om (werk-)ervaring op te doen. 

REAGEER!

Bijvoorbeeld om een handje te helpen in het archief of communicatie en sociale media. Of een paar uurtjes per week de administratie. Reiskosten worden vergoed! Meld je aan via info@museum-maluku.nl en we nemen snel contact met je op.

 

Laatste berichten

Zoek zelf naar beeldmateriaal

<h4><p>Bezoek ‘Vechten voor vrijheid. De vele gezichten van verzet’ </p><h4>

Observaties op Ambon

Observaties op Ambon

GESCHREVEN DOOR PROF. DR. FRIDUS STEIJLEN OP . GEPOST IN NIEUWS

Op weg van het vliegveld naar het hotel vertelde de chauffeur dat het hotel de laatste tijd heel vol zit. Vooral met Molukkers uit Nederland, ‘Maluku-Belanda’. Meestal komen ze vanaf begin oktober en dat blijft zo tot in januari, daarna wordt het minder. Het is een soort seizoen Maluku-Belanda. “En dit jaar zijn er meer dan vorig jaar”, zei hij. Een vriend die op Ambon hotelmanager is bevestigt het: dit jaar zijn er meer Molukkers uit Nederland dan in andere jaren. De bezetting van het hotel liegt er inderdaad niet om. 

Twee jaar geleden logeerde ik hier voor het eerst. Het hotel was toen net open en er zaten weinig Molukse Nederlanders. Toen kwamen de meeste mensen uit de stad om in het restaurant op de hoogste verdieping van het hotel, de nieuwe locatie met uitzicht op Karang Panjang en het beeld van Martha Christina Tiahahu, te verkennen. Nu bestaat de overgrote meerderheid uit Molukse Nederlanders en hun gezinnen. Bij mijn eerste ontbijt loop ik al twee net gearriveerde kameraden uit Amsterdam tegen het lijf. En er zijn er meer, blijkt in de loop van de dagen. Het was me ook al opgevallen dat het hotel tegenwoordig aangeeft dat er ook Nederlands gesproken wordt.

Overdag lijkt het restaurant op sommige momenten op een kantoor met flexplekken. Aan de tafeltjes zitten verspreid Molukkers uit Nederland met gasten te praten. Als de gast of gasten vertrekken dan verzitten ze even, kijken op hun telefoons of relaxen even. Dan komen er weer nieuwe gasten, er worden handen geschud, omhelst en weer plaatsgenomen. Worden er weer kopjes koffie, thee, of juice en eventueel een schaaltje pisang goreng besteld. Dan beginnen de gesprekken weer. Sommigen heb het vooral over hoe het met de familie gaat, wie is overleden en wie getrouwd is en hoe de nieuwe baby heet. Anderen zijn bezig om informatie over de familiegeschiedenis te verzamelen, of over de geschiedenis van het dorp. Op sommige tafels worden ook cadeautjes uitgewisseld. 
Naast mij schuift iemand zijn zonnebril naar een familielid. Zijn Nederlandse partner pakt haar zonnebril, haalt hem uit het Ray-Ban etui en overhandigt het etui om de nieuwe aanwinst in te doen.

De aardbeving van september is niet dé reden waarom zoveel Molukse-Nederlanders nu in Maluku zijn. Het helpt wel. De aardbeving brengt Molukkers uit Nederland dichterbij Molukkers in de Molukken. Mensen die toevallig aanwezig waren toen de aardbeving plaatsvond zetten allerlei projecten op. Ik hoor van een jonge derde generatie vrouw die spontaan een crowd funding voor haar dorp begint. Binnen no time heeft ze 6.500 euro bij elkaar. Te weinig, want in het dorp van haar vader, waar de mensen de bergen in zijn gevlucht, is de gezondheid in gevaar. Anderen steunen bij het verspreiden van hulp die vanuit Nederland wordt aangevoerd. 

Natuurlijk zijn er meningsverschillen over wat wijs is en wie te vertrouwen. Kun je het beste hulp via gevestigde organisaties zoals TitanE geven of beter via individuen? De reactie op deze ramp is niet anders dan anders: privé-initiatieven bekritiseren de bestaande organisaties, niemand weer eigenlijk wat het beste is. Er is discussie over wat moet gebeuren: noodhulp of helpen de infrastructuur te herstellen? En waar moet je die dan herstellen? Inwoners van sommige dorpen zijn zo bang voor nieuwe bevingen en mogelijk daarna een tsunami, dat ze liever een nieuw dorp in de bergen bouwen. In Passo slapen mensen liever buiten in tentjes in de middenberm van de hoger gelegen doorgaande weg. Wat wel of niet zinvol is, is moeilijk te zeggen als je de situatie ter plekke niet hebt gezien en van de mensen hebt gehoord wat hun ervaring is. 

Als ik door Waai en Liang rij raak ik onder de indruk van de ravage. Waai is stil, een verlaten dorp waar normaal mensen, honden, katten en kippen moeten lopen. Ik zie nu alleen hier en daar wat inwoners, voornamelijk mannen. Liang heeft ook grote klappen gekregen. Een jongetje nodigt ons uit om in zijn huis een van de slaapkamers te bekijken Daar kwam na de beving een hele dag rook en modder tussen de vloertegels naar boven. Aangekoekte modder op de grond en verschoven tegels zijn de stille getuigen van deze angstdroom. Een buurman haalt ons uit het huis, je weet nooit wat er kan gebeuren. Misschien is er een groot gat onder de vloer van de kamer ontstaan, zoals aan de andere kant van de weg. 

Achterop de motor brengt een andere buurman me naar de berg boven Liang, waar de mensen naar toe zijn gevlucht. Het lijkt een dorp van drie kilometer lang, allemaal blauwe tenten, een tijdelijke school, een moskee, toiletten. De bus van Ambon naar Liang heeft hier ook zijn eindhalte. Alsof er gewoon wat omleidingen in de route zijn gemaakt. De mensen zijn nog bang en hebben trauma’s, vertelt de buurman die me rondrijdt. De mensen vertrouwen het water niet dat ze van de overheid geleverd krijgen en gebruiken het alleen om te wassen. Van wie komt de hulp, vraag ik, als ik een spandoek van de NU, Nahdlatul Ulama, een islamitische organisatie, zie. Van wel zeven organisaties, zegt hij. Niet uit Nederland? Nee, zover hij weet niet. Misschien wonen er minder mensen uit Liang in Nederland, denkt hij. Zijn grootvader was met het KNIL naar Nederland gegaan maar al in 1960 naar de Molukken teruggekeerd.

In tijden van een ramp komt de relatie tussen Maluku en Molukkers in Nederland weer even onder hoogspanning te staan. Zowel in positieve als negatieve zin. Negatief vanwege het onderlinge gekissebis. Positief vanwege de concrete hulp die men kan bieden en de mogelijkheid om vanuit Nederland de mensen op de Molukken bij te staan. Onwillekeurig moet ik de laatste tijd af en toe terugdenken aan de kerusuhan tussen 1999 en 2003. Toen was er dezelfde hoogspanning in de relatie. Groot verschil is dat er dit keer minder onmacht is. Hoe hulp te geven bij een natuurramp ligt meer voor de hand dan bij een conflict.

Foto’s: Fridus Steijlen

 

Laatste berichten

Zoek zelf naar beeldmateriaal

Bezoek ‘Vechten voor vrijheid. De vele gezichten van verzet’

Sekarang Tante cerita

Het goed bezochte live magazine in samenwerking met Museum Bronbeek, op zaterdag 26 oktober, bracht een gevarieerd programma met o.a. een minicollege van Fridus Steijlen over hoe al in een vroeg stadium de emancipatie van de Molukse vrouw een impuls kreeg vanwege de deelname van vrouwen aan de Gerakan Pattimura, een progressieve Molukse jongerenorganisatie. Niet alleen de positie van de vrouw was een thema in de organisatie, maar ook hoe de Molukse culturele waarden behouden konden blijven. Onder andere om die reden werden Nederlandse vrouwen, die getrouwd waren met een Molukker, ook toegelaten tot de beweging. Zodat de culturele waarden in deze gemengde gezinnen niet verloren zouden gaan. 

Francy Tomatala, Dinah Marijanan en haar dochter Rachelle wierpen tijdens het programma een blik op de geschiedenis en de toekomst van de emancipatie van Molukse vrouwen in Nederland. Die emancipatie heeft volgens hen veel moeite gekost maar de nieuwe generatie Molukse vrouwen is steeds meer zelfbewust en blijft daarnaast loyaal aan hun afkomst. 

In het programma kwamen ook twee vrouwen aan het woord die in de jaren ‘50 en ‘60 trouwden met een Molukse man. In ‘Help, mijn man is Molukker!’ vertelden de Brabantse Annie Matulessy en de Drentse Hilly Tuhuteru over hoe men zich over en weer probeerde aan te passen aan de toen heersende normen en waarden. Of zoals Annie Matulessy verwoordde: “In het kamp (Lunetten) waren mijn kinderen lichter dan anderen. Toen we verhuisden waren de kinderen weer een van de weinigen met een donker uiterlijk.”

Ook Lenie Wenno-Sapulette, auteur van ‘Het kookboek van Malukufood’ vertelde over hoe men zich in de beginjaren ‘50, vlak na aankomst, moest aanpassen op culinair gebied omdat nog niet alles te krijgen was. Tegelijkertijd vormde het eten een troost en het samen koken bij speciale gelegenheden een sociale verbinding door alle lagen en generaties van de Molukse gemeenschap heen. Tot op de dag van vandaag.

De dag werd afgesloten met een gedicht als ode aan alle vrouwen, uitgesproken door auteur Coby Nuruwé. Binnenkort publiceert zij haar nieuwe boek ‘Ibu’, een verzameling gedichten en gedachten over het moederschap.

(foto’s 1 t/m 6: Elles Tuhusula; foto’s 7 en 8: Ating Ririassa)

Met dank aan Museum Bronbeek!