Skip to main content

563 kinderen op de Skaubryn

Op 10 mei 1951 kwam het 6e transport met Molukse ex-KNIL militairen en hun gezinnen aan in de haven van Rotterdam. De Skaubryn was op 14 april vertrokken vanuit Surabaya. Aan boord 1198 Molukkers waaronder 9 Marine Molukkers en 563 kinderen. 2 baby’s stierven tijdens de overtocht.

Het motorschip Skaubryn is in opdracht van de Noorse Rederij I.M. Skaugen in het Duitse Kiel gebouwd. Begin 1951 volgde de afbouw in het Zweedse Landskrona als emigrantenschip met 1000 bedden. In maart voer de Skaubryn voor het eerst naar Australië. Meteen bij de eerste thuisreis deed ze Surabaya aan om Molukse militairen en hun gezinnen aan boord te nemen met bestemming Rotterdam.

Meer dan 100 baby’s
1198 Molukkers vertrokken met de Skaubryn uit Surabaya naar Nederland. Dat aantal was verdeeld onder 348 Molukse militairen met een tijdelijke KL-Status, 9 Marine Molukkers, 276 vrouwen en 563 kinderen waarvan meer dan honderd baby’s.
Twee baby’s overleden tijdens de reis vanwege de hitte. Het schip bleek niet goed voorbereid te zijn op de hitte van de Tropen.

Het was warm op de Skaubryn
Commanderend officier Troepen (COT), P.G. Hilgersom, hoofdverantwoordelijke voor het transport schreef erover in zijn verslag. “Legering in de hutten en ruimen is goed, echter zeer warm”. Ook de airconditioning in de 3 eetzalen werkte onvoldoende.

Corvee
“Een schip als dit is niet geschikt voor vervoer van een zo groot aantal kinderen en vrouwen, aangezien alle werkzaamheden aan boord door de passagiers moeten geschieden.” Dat betekent dat alle werkzaamheden of corveediensten door de mannen verricht moeten worden. “Alleen voor de keuken, bakkerij, slagerij en cafetaria’s enz. zijn dagelijks 200 man nodig, terwijl voor het schoonmaken van hutten, verblijven, W.C.’s, badkamers, salons en dekken ± 100 benodigd zijn”
Hilgersom merkt droogjes op: “Hieruit blijkt dus dat alle mannen gedurende de gehele reis werkzaam moeten zijn.”

Aankomst in Rotterdam
De Molukse militairen en gezinnen werden op 11 mei ondergebracht in de kampen Overbroek bij Kesteren (Gld) en Wite Pael bij Sintjohannesga (Frl). De 9 Marine Molukkers vonden opvang bij de Marine. Oud-KNIL officier en contactman E.J. van Baarsel heeft de aankomsten van de boten beschreven. In zijn verslag over de aankomst van de Skaubryn lezen we:

“Een Ambonees stond met bewondering te kijken naar een splinternieuwe papieren Nederlandse gulden met de beeltenis van de Koningin [=Juliana, red.], die hij pas ontvangen had. Toen hij mij zag, zei hij: ‘toewan ini betoel, tapi di Indonesia pakai rotkop Soekarno’”. (vert: “Meneer, deze is juist, maar in Indonesie met die rotkop van Soekarno”)

Om verder te lezen:

Chris Tamaela en Glenn Fredly, twee Molukse iconen gingen heen

In april verloren de Molukken twee iconen op het gebied van het Moluks erfgoed. Op 8 april overleed in Jakarta R&B artiest en songwriter Glenn Fredly Latuihamallo (1975) plotseling aan een hersenvliesontsteking. Amper 10 dagen later, op 19 april, overleed etno-musicoloog Chris Tameala (1957) in Ambon, hij leed aan suikerziekte en had longproblemen. De begrafenis van Glenn Fredly en Chris Tamaela konden we in Nederland via social media bijna live meemaken. Glenn Fredly en Chris Tamaela vertegenwoordigden verschillende generaties en muziekstijlen, terwijl ze ook op elkaar leken.

Glenn Fredly was een veelzijdige artiest die thuis was in verschillende muziekstijlen van R&B tot Jazz, hij was producent en acteur en won diverse prijzen. Weliswaar geboren in Jakarta was hij intens betrokken bij de Molukken. Zijn prijswinnende film ‘Cahaya dari Timur, Beta Maluku’ (Light from the East, I am Moluccan) uit 2014 was daarvan wel het grootste bewijs. Deze speelt tegen de achtergrond van het conflict tussen Moslims en Christenen aan het begin van deze eeuw en laat zien hoe tegenstellingen kunnen worden overkomen door een elftal samen te stellen uit beide geloofsgemeenschappen. Met deze productie toonde hij zich ook ambassadeur van de Molukken, want hij koos grotendeels voor jonge Molukse acteurs en liet hen de dialogen in het ‘Moluks Maleis’ voeren. Een niet onbelangrijke keuze als je bedenkt dat ‘Moluks Maleis’ in Indonesië als ‘niet netjes’ wordt gezien.

Met deze productie toonde hij zich ook ambassadeur van de Molukken

Chris Tamaela was van een andere generatie, een begin zestiger. Chris was meer bezig met de traditionele, of beter gezegd oorspronkelijke muziek van de Molukken. Hij was niet alleen etno-musicoloog, hij was ook dominee en gaf les op de UKIM (Universitas Kristen Maluku, Christelijke Universiteit Molukken). Volgens dichter en journalist, Rudy Fofid, was hij ook erg geliefd door en inspirerend voor studenten aan de Pattimura Universiteit. Op 9 juni 2015 promoveerde hij aan de Vrije Universiteit in het kader van een programma waarin drie Molukse predikanten uit Nederland en drie uit de Molukken een proefschrift schreven. In zijn proefschrift verbond Chris Tamaela zijn etno-musicologische achtergrond met zijn predikantschap. Hij analyseerde de muziek die in de Molukse kerk werd gebruikt en constateerde dat deze volledig westers was geworden. Daarom pleitte hij voor het terugbrengen van de oorspronkelijke Molukse instrumenten en muziek in de kerk. Hij noemde dat Supu-isatie. Een mooie term die mij indertijd inspireerde om een column over zijn promotie te schrijven.

Muziek als communicatiemiddel

Glenn Fredly heb ik zelf helaas nooit mogen ontmoeten, Chris Tamaela wel. Meerdere keren zelfs, de laatste keer vorig jaar november in Ambon. Een van de eerste keren na zijn promotie was tijdens een workshop die hij bij het Museum voor Volkenkunde in Leiden gaf. Hij is een van de weinige mensen die mij ertoe aan kon zetten om publiekelijk een instrument te bespelen. Hoe? Door te praten over muziek als communicatie en hoe mensen elkaar begroeten en zich met muzikale codes aan elkaar bekend maken. Dan wees hij met zijn vinger en moest je wel.

Sommige mensen spreken meerdere talen vloeiend en kunnen gemakkelijk switchen van de ene naar de andere taal, maar hebben één basistaal. Chris Tamaela’s basis taal was muziek. Tijdens een seminar voor mijn oratie zou hij een paper presenteren. Ik herinner me dat hij bezig was om op het laatste moment nog een verhaal op zijn laptop te zetten. Maar toen hij moest presenteren gin het pas goed toen hij een instrument in handen had en met ons kon communiceren via muziek. Hij deed dat opnieuw op de Konferensi Budaya Maluku (Conferentie over Molukse cultuur) in Dobo in november 2018. Het is een bijzondere gave om zo via muziek te kunnen communiceren en mensen mee te nemen.

Glenn Fredly, een ambassadeur van de Molukken

Glenn Fredly was een vertolker van de Molukse inbreng in R&B, Jazz en film. Chris Tamaela was een belangrijke verteller van de oorspronkelijke Molukse muzikale cultuur. Maar hij pleitte er juist ook voor om overal in de natuur instrumenten te zoeken, zoals blijkt uit filmpjes op You Tube. Beiden waren erg verbonden met de Molukken en waren ambassadeurs van de Molukken. Maar ze waren ook bruggenbouwers tussen de Molukken, Indonesië en Nederland. De reacties op het overlijden van beiden in Nederland waren indrukwekkend. Glenn Fredly had hier meerdere keren opgetreden. De foto op zijn wikipediapagina is van een optreden in Nederland. Van Chris Tamaela zijn legio opnames gemaakt tijdens zijn verblijf in Nederland. Hij gaf tal van workshops, zoals in het Tropenmuseum en in de Molukse kerk Gunung Batu te Amsterdam.

Met Glenn Fredly en Chris Tamaela verliezen niet alleen de Molukken iconen, maar Molukkers over de hele wereld verliezen twee creatieve en enthousiaste bruggenbouwers die het erfgoed in stand hielden en hielpen uitbreiden.

Conservator bij het MHM

Beste lezers,

Ik ben Huib Akihary uit Rotterdam, 62 jaar oud, zoon van Piet (1932-2012) en Lies Akihary, kleinzoon van Opa Betus Akihary (1908-2000) en Jacobina Akihary-Nahumury (1910-1982). Anak Aboru dus. 

In ben in 1986 afgestudeerd in de kunst- en architectuurgeschiedenis. Kunst, architectuur, geschiedenis en cultuur heeft mijn bijzondere interesse. Als freelance kunsthistoricus doe ik onderzoek, verzorg ik publicaties en geef lezingen en workshops in Nederland en Indonesië. Ook maak ik tentoonstellingen in opdracht van musea in Nederland waaronder het Rijksmuseum in Amsterdam. In de jaren ’90 was ik betrokken bij het MHM en deed onderzoek naar de Molukse woonoorden. In de jaren 2009 tot 2011 was ik kort directeur van Museum Maluku in Utrecht. Sinds 2012 houd ik me vooral bezig met erfgoed in Nederland en Indonesië. 

In de afgelopen jaren ben ik actief betrokken bij verschillende initiatieven, zoals de Molukse Dag op het Kwaku Summer Festival in Amsterdam, stichting Rhythm of Maluku en stichting Moluccan Future Foundation

Samenstellen en beheer

Als conservator bij het MHM ben ik verantwoordelijk voor de samenstelling en het beheer van de museumcollectie. Die collectie bestaat bij het MHM uit een aantal delen: cultuurhistorische objecten, foto-archief, audio-visueel materiaal, archieven, databank en een uitgebreide bibliotheek met boeken, tijdschriften, krantenknipsels en brochures. 

Eén van mijn taken als conservator is om de collectie te ontsluiten door die goed te documenteren, door het geven van lezingen en door te schrijven over de Molukse geschiedenis en cultuur ahv objecten uit de collectie. 

Daarnaast ben ik ook inhoudelijk verantwoordelijk voor de permanente tentoonstelling en wisselexposities. Bij het MHM staan voor 2021 een wisselexpositie en de permanente tentoonstelling gepland. De samenstelling en invulling gebeurt overigens in nauwe samenspraak met bestuur MHM en met directeur Henry Timisela

Plannen

De ruimtes in Sophiahof zijn beperkt en vooralsnog ook ons budget. Het zal daarom een extra uitdaging zijn om het Molukse Geheugen of zo U wilt de Molukse Erfenis aantrekkelijk en toegankelijk te maken en te presenteren vanuit een nieuw breder perspectief. Een perspectief dat niet alleen interessant is, maar ook hopelijk zal prikkelen en zal uitnodigen tot reflectie en verdieping. U zal het van dichtbij kunnen volgen en naar wij hopen ook een niet-Moluks publiek. Over de verbreding van het perspectief gericht op een breed publiek heb ik veel met directeur Henry Timisela gesproken in de afgelopen weken. Ook over wat en over het hoe we het gaan doen. Daarbij werd een ding heel duidelijk. De inbreng van met name de jongere Molukse generaties is van wezenlijk belang. 

Samen met directeur Henry en het bestuur heb ik er alle vertrouwen in. Wij werken voorlopig nu in stilte achter de schermen. Maar hopelijk kunt u weer gauw het museum bezoeken. Blijf alle updates volgen via de website en via de sociale media. Like us, reageer en laat u horen! En mag ik U vragen om ons te steunen?  

Word Vriend van het MHM! 

Engelse koks op de New Australia

Op 29 april 1951 kwam het 5e transport met Molukse ex-KNIL militairen en hun gezinnen aan in de haven van Amsterdam. De New Australia was op 7 april vertrokken van de IJmuidenkade in de haven van Surabaya. Aan boord 497 KL-militairen en 1083 Molukse ex-KNIL militairen met gezinsleden. Kapitein D. Aitchinson stond aan het roer van dit Engelse schip

De SS New Australia is in 1931 als luxe passagiersboot gebouwd bij de werf Vickers-Armstrong Shipbuilders Ltd. nabij Newcastle-upon-Tyne (UK). Opdrachtgever was de Engelse rederij Furness, Whithy en Co. Onder naam Monarch of Bermuda voer het tot 1939 als cruiseschip tussen New York en de Bermuda’s. Kort na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het verbouwd tot troepentransportschip en ingezet bij verschillende konvooien. Na de oorlog kocht de Britse overheid het schip en liet het ingrijpend verbouwen tot emigrantenschip voor 1600 passagiers. Onder de nieuwe naam New Australia bracht het emigranten naar Australië.

Op twee van de terugreizen naar Europa heeft de New Australia passagiers opgepikt op Java. Het eerste transport vertrok op 5 oktober 1950 met 1603 repatrianten van Tanjung Priok naar Rotterdam. Op 7 april 1951 volgde een tweede transport van 497 KL-militairen en 1083 Molukse militairen met hun gezinnen. De New Australia heeft tot 1966 gevaren. De laatste jaren onder de naam Arkadia van de Griekse rederij Greek Line. 
Meer over de geschiedenis van de New Australia kunt u lezen op de MHM –website in de rubriek  “de Collectie vertelt… over de New Australia”

Eerste transport 5 oktober 1950 

Met het eerste transport op 5 oktober 1950 ging de Fam. Balk mee. Vader P. Balk, moeder W. Balk – v.d. Zijl en hun 6 kinderen waaronder de dochters Sonja, Yvonne en Astrid. Na aankomst in NL werd de familie gehuisvest in het D.U.W.-kamp `De Haar’ bij Randwijk gemeente Heteren in de Betuwe. Dochter Sonja: “In groene houten barakken met potkachels. De moeders leerden daar hoe ze de kachel aan moesten maken met turf en eierkolen en de moeders leerden in de algemene keuken de Hollandse pot klaar maken.” In mei 1954 kwamen de eerste Molukkers in kamp De Haar wonen. 

Tweede transport 7 april 1951 

1.083 Molukse passagiers embarkeerden de New Australia op 6 en 7 april 1951. 587 Mannen, 495 vrouwen en 1 waarvan geslacht onbekend is. Namen van passagiers kunt u zelf vinden op de website `Aankomst van Molukkers’ van het Nationaal Archief. 

In de serie “Twaalf vaarten, twaalf verhalen” publiceerde het MHM in 2016 het mooie verhaal over Hanoch Marwa die met vrouw en 4 zonen de overtocht maakte met de New Australia. Zoon Eddy Marwa blikte destijds terug.  

Bron: delpher.nl 

De overtocht uit Indië van de Molukse militairen met hun gezinnen voorjaar 1951 is goed gedocumenteerd. Talloze berichten verschenen hier over in kranten in Nederland en in Indonesië. Deze krantenberichten zijn nu online terug te vinden op www.delpher.nl, de databank van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Ruim 300 artikelen gaan over de overtocht met de New Australia. 

Een paar voorbeelden geven wij hier: 

Algemeen Handelsblad, 1 maart 1951 

Majoor Mochtar Lubis, woordvoerder van het Indonesische ministerie van Defensie heeft aan Aneta medegedeeld dat 2 april de laatste Nederlandse militair uit Indonesië zal vertrekken. Op 1 maart 1950 melden vrijwel alle kranten in NL het nieuws. 
(Bron www.delpher.nl) 

De Vrije Pers 6 april 1951

(Bron www.delpher.nl)

Nieuwe Courant 6 april 1951

(Bron www.delpher.nl)

Het krantenartikel `K.L.-personeel op weg naar Nederland’ in de “Nieuwe Courant” van 6 april 1951 beschrijft de boot en het komende vertrek met de Molukse passagiers. 

“Aan boord zagen wij een zwembad, en bioscoopzaal, schitterend ingerichte rooksalons, een bar, een winkelgalerij en natuurlijk ook een hospitaal. Echter geen kraamvrouweninrichting, want aan boord van de New Australia mogen geen kinderen geboren worden. Vrouwen in hoogst zwangere toestand moeten op een volgend schip wachten, want aan boord van dit schip kunnen ze niet geholpen worden.” 

Over de maaltijden lezen we:
“De ex K.N.I.L.-leden en hun gezinnen zullen aan boord langzamerhand overgeschakeld worden op het Europese menu. Het ligt in de bedoeling, om gedurende de eerste week uitsluitend rijsttafel te serveren. In de tweede week wordt het menu afgewisseld met aardappelen, vlees en groente en in de derde week komt uitsluitend Europese pot op tafel”.

De Engelse koks aan boord werden overigens voor de `rijsttafel’ geïnstrueerd door 3 Molukse militairen. 

Nieuwsblad van het Zuiden, 29 april 1951 

(Bron www.delpher.nl)

Op 29 april arriveerde de New Australia in Amsterdam en meerde af aan de Javakade. Ontscheping volgde de volgende ochtend vroeg. Via kamp Amersfoort. Bussen brachten de mensen vervolgens naar verschillende kampen: Rodanborgh in Aardenburg, Graetheide in Geleen, Tungelroy, de Schaffelaar en de Biezen in Barneveld, Geesbrug, Stuifzand bij Ruinen en Heythuysen.
De alleenstaanden vonden huisvesting in de vrijgezellen- of boedjang-kampen Eind van ’t Diep en -hoe toepasselijk- Pikbroek bij Steenwijk. 

Kroonjaar in bizarre tijden

Dit jaar, 2020 is weer een uitgelezen kroonjaar. Een jaar waarin meerdere jubilea gevierd worden of gebeurtenissen herdacht. Bijvoorbeeld het einde van de Tweede Wereldoorlog 75 jaar geleden in 1945, in Europa in mei en in de Pacific in augustus. Maar ook in het zelfde jaar de proclamatie van de Republiek Indonesië op 17 augustus. En het is 70 jaar geleden dat de RMS in april werd geproclameerd. En alweer 50 jaar geleden dat met de bezetting van de Indonesische ambassadeurs residentie in Wassenaar een eerste gijzelingsactie door Molukse jongeren werd uitgevoerd, gevolgd door de acties in 1975, dit jaar dus 45 jaar geleden.  

De aandacht voor deze historische momenten dit jaar vinden plaats onder bizarre omstandigheden. In de maand april, zou er in de Amsterdamse RAI een grote manifestatie worden georganiseerd ter ere van de 70 jarige herdenking van de RMS proclamatie. De uitbraak van de covid-19 pandemie gooide roet in het eten. Vanwege de geldende lockdown wordt in Nederland veel werk verricht via de digitale wereld. Ook dat werd de werkelijkheid voor de RMS viering. Dit jaar hield RMS-president in ballingschap mr. John Wattilete op 25 april een toespraak via YouTube. Dat was een wereld van verschil met vorig jaar toen een rechtszaak nodig bleek om de RMS herdenking in theater Orpheus in Apeldoorn af te dwingen. ‘ In de ochtend was Wattilete nog aanwezig geweest bij het hijsen van de vlag in de wijk in Breda, waar iedereen volgens de covid-19 maatregelen netjes afstand hield. Zoals ook in de andere Molukse wijken waar de vlag werd gehesen.  

Vlaggen op de Molukken

Eerder op 25 april al waren op de Molukken vlaggen gehesen. Dat gebeurt elk jaar, wellicht vanwege het kroonjaar, droegen drie mannen dit jaar de vlag zelfs naar het hoofdkantoor van politie. Een filmpje van deze actie, evenals die van een demonstratie in het dorp Aboru gingen viraal.  

Voorlopig ziet het ernaar uit dat de maatregelen in verband met de covid-19 pandemie grote bijeenkomsten zullen tegenhouden. Het is de vraag hoe de herdenkingen van de volgende voor de Molukse gemeenschap belangrijke historisch momenten zullen plaatsvinden. Welke dat zijn en wat de relevantie van die gebeurtenissen is, werd vijf jaar geleden in drie artikelen in de nieuwsbrief van het Moluks Historisch Museum beschreven. Voor de belangstellende: het eerste artikel in februari 2015 ging over 1945, het tweede in maart ging over 1950 en het derde over 1970 en 1975. Wellicht de moeite waard een terug te lezen.  

Oom Eli kwam met de Castelbianco

Op 24 april 1951 kwam het vierde transport met Molukse ex-KNIL-militairen en hun gezinnen aan in Nederland. Ook nu was de haven van Rotterdam de plek van aankomst. De Castelbianco was op 27 maart vertrokken vanuit Tanjung Priok, de haven van Jakarta. Aan boord de 9-jarige Eliza Andarias Teterissa. 

Het klinkt als een zoete witte Italiaanse wijn, maar de Castelbianco is een schip. Bethlehem Fairfield Shipyard Inc. in Baltimore (USA) bouwde deze boot in 1945 onder de naam “Vassar Victory”. In 1947 verbouwde de Siciliaanse firma Sitmar het tot emigrantenschip. Met de naam “Castelbianco” voer zij o.a. naar Zuid-Amerika en Australië. Op de terugweg uit Australië deed zij in maart 1951 Tanjung Priok aan om Molukse militairen en hun gezinnen naar Nederland te brengen. Op 27 maart vertrokken 1054 personen waaronder 299 gezinnen en naar later bleek ook 40 verstekelingen. De meeste Molukse militairen kwamen uit Cimahi bij Bandung. De Castelbianco heeft tot 1974 gevaren. Meer over de geschiedenis van de Castelbianco kun je lezen op de MHM-website

Ontscheping

De passagierslijst van de Castelbianco telt 1054 namen. 563 mannen, 510 vrouwen en 1 onbekende. Onder hen soldaat 1e klasse J.J. Teterissa met echtgenote Salomina Teterissa – Nahumury en hun zonen Eliza en Anis. Zij kwamen uit Cimahi en stapten in Tanjung Priok op de Castelbianco. 

Op 24 april 1951 meerde de Castelbianco af in Rotterdam. Ontscheping volgde nog diezelfde dag.  De Molukkers vonden huisvesting in verschillende woonoorden: De Wilgenhof (in Oostburg), Huize St. Joseph in Glanerbrug bij Enschede, Graetheide bij Geleen, Beugelen bij Staphorst, Villheide bij Mill en Schattenberg, het voormalige kamp Westerbork. Het fluitorkest dat tijdens de overtocht verschillende keren had gespeeld ging naar woonoord Tungelroy bij Weert. De 40 verstekelingen kwamen terecht in de bujangkampen in Zeeland waaronder Westkapelle. 

Het gezin van soldaat J.J. Teterissa vond huisvesting in kamp Beugelen bij Staphorst. In 1954 verhuisde de familie naar woonoord Lunetten in Vught. In 1967 gingen ze in Culemborg wonen. 

24 april en lintjesregen

24 april is niet alleen de datum van aankomst van de Castelbianco. Dit jaar is het ook de dag dat bekend wordt wie een Koninklijke Onderscheiding krijgt. Zullen er Molukkers dit jaar geridderd worden?  

Het negenjarig-jochie Eliza Andarias Teterissa die in 1951 met de Castelbianco naar Nederland kwam, kreeg vorig jaar een koninklijk lintje voor velen jaren vrijwilligerswerk. In 1960 deed hij zijn aanneming in de kerk. Daarna was Oom Eli 57 jaar lang betrokken bij de Molukse Evangelische Kerk (GIM). Bij de zondagsschool en als ouderling in de kerkenraad. Daarnaast reed Oom Eli ook als chauffeur van bij Stichting Samen Verder in Culemborg. Hij reed met een busje ouderen en mensen met een beperking rond in Culemborg. Tot voor kort. Oom Eli Teterissa is jl. 14 april overleden in Nieuwegein aan de gevolgen van het Covid-19 virus. 

Zoek zelf in de museumcollectie van het MHM met trefwoord “castel bianco”.
U vindt dan: Passagierslijsten en een foto 

Van Roma naar Doulos

Op 8 april 1951 kwam het derde transport met Molukse ex-KNIL-militairen en hun gezinnen aan in Rotterdam. De Roma was op 7 maart vertrokken vanaf Tanjung Priok. Bij Molukkers staat de Roma bekend als vrijgezellenboot. Het is ook een boot met een lange geschiedenis en vele naamswisselingen.

Tussen Newsport News en Pulau Bintan 

In augustus 1914 begon het allemaal. Vrachtschip SS Medina gebouwd voor de Clyde-Mallory Company werd in Newport News Virginia USA te water gelaten. Ruim 100 jaar later, ging het schip in oktober 2015 voor het laatst ten anker in Pulau Bintan (Riau, Indonesië) als de Doulos en werd een luxe hotelboot. Vele namen heeft deze boot gekend. Molukkers in Nederland kennen dit schip als de Roma. Eén van de 11 transportboten die de Molukkers in voorjaar 1951 naar Nederland bracht. Op 8 april 1951 arriveerde de Roma in de haven van Rotterdam. Aan boord 901 passagiers, voornamelijk Molukse militairen met hun gezinnen.

‘Vrijgezellenboot’

De 901 passagiers bestonden uit 624 gezinshoofden, 130 echtgenotes, 70 zonen, 62 dochters, 6 pleegzonen, 5 stiefdochters, 2 stiefzonen, 1 moeder en 1 schoonmoeder. De passagierslijst was nauwgezet geregistreerd en dat alles kun je lezen op de website “Molukkers naar Nederland” van het Nationaal Archief te Den Haag. Ook kun je op deze website nagaan wie er met naam en toenaam op de Roma zat. 

Vertrek uit de tangsi. Bij de trein van Tjimahi naar Jakarta voor inscheping naar Nederland met de ‘Roma’.

De overtocht van Indonesië naar Nederland duurde in 1951 ongeveer een maand. Als je wilde weten waar een schip ongeveer voer dan kon je dat toen alleen volgen via de zogenaamde “scheepsberichten” in de kranten. Mobiele telefoons, internet en sociale media waren er nog niet. Ook de Roma is te volgen via de scheepsberichten in de kranten uit die tijd. Die kranten zijn online gezet door de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Zo vermelden de scheepsberichten dat de Roma eind februari 1951 in Surabaya was, 8 maart vertrok uit Jakarta, op 11 maart 500 mijl ten zuidoosten van Colombo voer, 21 maart Aden passeerde en uiteindelijk 8 april afmeerde in de haven van Rotterdam. (Voor meer informatie bezoek je website www.delpher.nl/

De aankomst van de boten met Molukse militairen en de daaropvolgende bezetting van de woonoorden is nauwkeurig gerapporteerd door de contact-ambtenaar E.J. van Baarsel. Hij was als luitenant-kolonel van het KNIL zelf in 1949-1950 gelegerd in Cimahi bij Bandung. Van Baarsel begint zijn verslag met de aankomst van de Roma op 8 april in Rotterdam. Op die datum arriveerde de Roma in Rotterdam. Het schip heeft tot 2009 gevaren onder verschillende namen en eigenaren. In 2009 ging ze uit de vaart. Ze werd onder de naam Doulos verkocht. Sinds 2015 is ze een hotel-boot in Pulau Bintan (Riau). 



Mooie woorden en kritiek

Henry Timisela, de kersverse directeur van het Moluks Historisch Museum begint zijn werkzaamheden in een heftige periode. In deze column kijkt hij terug op die start en spreekt hij zijn verwachtingen uit.

Nooit eerder was ik op zo’n bijzondere manier begonnen aan een nieuw avontuur. Vlak na de bekendmaking van de directeursfunctie door het bestuur, kreeg ik op allerlei manieren felicitaties aangeboden. Ik wil iedereen daarom langs deze weg bedanken voor al deze mooie woorden. De kritische opmerkingen, want die zijn er ook, neem ik vanzelfsprekend mee. Wat een start. En nu schrijf ik dit bericht vanuit huis.

De eerste week

In mijn eerste werkweek was ik uitgenodigd op de afscheidsreceptie van Harriet Ferdinandus, directeur van Pelita en sprak ik diens opvolger Rocky Tuhuteru. Daarnaast ontmoette ik meer bekenden en maakte ik kennis met veel anderen uit het vakgebied. Ik verliet die bijeenkomst met een binnenzak vol visitekaartjes. Diezelfde dag was er ook het nieuws van de excuses van koning Willem Alexander aan Indonesië. En als klap op de vuurpijl kondigde premier Rutte de verscherpte maatregelen aan rondom het coronavirus. Ondertussen richtte ik mijn werkplek op kantoor in en maakte ik kennis met mijn directe collega Huib Akihary, die als conservator is aangesteld. Thuiswerken bleek vervolgens die week een reële optie.

Huib Akihary, museumconservator en Henry Timisela, directeur

Zoals gezegd schrijf ik dit bericht nu vanuit het thuiskantoor. Het is anders, maar het is niet anders. Gelukkig heb ik nog genoeg in te lezen en kan ik op deze manier voorbereidingen treffen. Er is namelijk genoeg werk aan de winkel. Dat kan ik niet alleen en gelukkig ontvang ik langs verschillende kanalen al veel input, waaronder via mail en social media. Juist daarvoor dank. Het Molukse verhaal doet ertoe en ik zal mijn best doen om dat verhaal het podium te geven dat het verdient. 

Let goed op elkaar en #staysafe

Aankomst van Molukkers in Nederland

Op 21 maart 1951 kwamen de eerste Molukkers aan in Nederland. De Kota Inten vertrok op 20 februari uit Surabaya met de eerste groep en kwam aan in Rotterdam. Er zouden nog elf tochten volgen, die in totaal ruim 12.500 voornamelijk Molukse soldaten en hun gezinnen naar Nederland zouden brengen. Ze arriveerden in Rotterdam en Amsterdam. Dat is vandaag precies 69 jaar geleden.

Herdenkingswandeling Lloydkade

Tegenwoordig wordt binnen de Molukse gemeenschap de aankomstdatum als een markering gezien van de Molukse geschiedenis in Nederland. Zo wordt er sinds een aantal jaar een herdenkingswandeling gehouden richting de Lloydkade in Rotterdam. Ook op social media delen nazaten van deze eerste generatie, foto’s van hun (voor/over/groot)-ouders ter nagedachtenis aan deze historische gebeurtenis.

Kota Inten

Op bijgaande foto zie je het vertrek van de Kota Inten (1e reis). Langs de militairen aan boord van het schip is er zicht op de uitzwaaiers op de kade. De Kota Inten werd in 1927 gebouwd door Maatschappij Fijenoord in Rotterdam. Ze werd twee keer ingezet bij de overbrenging van Molukse militairen en hun gezinnen van Java naar Nederland. Het schip werd in 1957 in Hong Kong gesloopt. Meer foto’s van onder andere het leven aan boord en tijdens de overtocht, vind je op deze website.

Meer info over de overtocht

Hieronder is een overzicht van de schepen waarmee de Molukkers in Nederland arriveerden. Wil je weten met welk schip jouw familie de overtocht maakte? Gebruik dan deze database.

Molukse transportenReisAankomstDatum aankomst
Asturias9Amsterdam17 mei 1951
Atlantis2Rotterdam23 maart 1951
Castelbianco4Rotterdam24 april 1951
Fairsea10Rotterdam5 juni 1951
Goya11Rotterdam15 juni 1951
Groote Beer7Amsterdam12 mei 1951
Kota Inten (eerste reis)1Rotterdam21 maart 1951
Kota Inten (tweede reis)12Rotterdam21 juni 1951
New Austalia5Amsterdam29 april 1951
Roma3Rotterdam8 april 1951
Skaubryn6Rotterdam10 mei 1951
Somersetshire8Amsterdam16 mei 1951

MHM tot en met 6 april 2020 gesloten vanwege besmettingsrisico’s 

Vanwege de besmettingsrisico’s is het Moluks Historisch Museum in ieder geval tot en met 6 april 2020 gesloten. Hiermee geven bestuur en directie gehoor aan de genomen maatregelen van het kabinet.

Update: dit artikel is aangepast op 15 maart 2020

VRAGEN VAN STUDENTEN

Het Moluks Historisch museum krijgt regelmatig vragen van studenten voor scripties en onderzoeken. Studenten met vragen over een onderzoek of ons archief kunnen terecht bij Carmen Prins (c.prins@museum-maluku.nl).

FOTOARCHIEF

Vragen over het fotoarchief van het Moluks Historisch Museum kunt u stellen aan Huib Akihary (h.akihary@museum-maluku.nl). De fotocollectie van het Museum Maluku geeft een beeld van de geschiedenis van de Molukkers in Nederland en van de ontwikkelingen in de Molukse gemeenschap vanaf 1951 tot heden. Ook de band die Nederland en de Nederlandse Molukkers hebben met de Molukken wordt zichtbaar.

ACTIVITEITEN

Geplande activiteiten in de maand maart, zoals Museumnacht Kids en de presentatie van Wij zijn de Molukkers! worden afgelast. Houd onze website in de gaten voor de meest actuele informatie hierover.

SOPHIAHOF EN BIBLIOTHEEK

Sophiahof is sinds 13 maart 2020 volledig gesloten. Dit betekent dat u in ieder geval tot en met 6 april 2020 geen gebruik kunt maken van de bibliotheek.

ZALEN

Voor meer informatie over boekingen van de zalen kunt u een mail sturen naar Reinier van Ooijen (r.vanooijen@museumsophiahof.nl).

Voor alle andere vragen kunt u terecht bij Henry Timisela (h.timisela@museum-maluku.nl), directeur van het Moluks Historisch Museum.