‘Heten jullie nou Museum Maluku, Moluks Historisch Museum of MuMa?’ een vraag die mij meer dan eens wordt gesteld. Als je onze social-mediakanalen en website volgt, dan ontdek je al gauw dat we Museum Maluku aanhouden als naam. Nog wel. Want zijn we nog eigenlijk wel een museum? Dit is een vraag die intern al geruime tijd wordt besproken en ik kan mededelen dat er organisatorisch een aantal veranderingen zullen komen.
Momenteel hebben wij ons kantoor in Museum Sophiahof te Den Haag en vanuit deze plek werken wij met het team aan verschillende projecten. De wisselexpositie IKAT (fysiek en virtueel) waar we kunstenaars met een Molukse affiniteit een podium geven en de online uitzendingen van BETA DISINI zijn daar twee voorbeelden van. Daarnaast zullen wij online (nog) meer aanwezig zijn door de komende periode meer Molukse video en audiocontent te leveren. Ook helpen wij geïnteresseerden in hun zoektocht naar Molukse geschiedenis aan de hand van ons digitaal archief. Dat wij onze collectie nog verder zullen digitaliseren is daarvoor noodzakelijk.
Toch ontvangt Museum Sophiahof regelmatig bezoekers die het idee hebben om de Molukse museumcollectie in Den Haag aan te treffen. Die bezoekers hebben wij helaas moeten teleurstellen. Het ontbreekt ons kortweg aan ruimte om het Molukse geschiedenisverhaal te vertellen aan de hand van objecten uit onze collectie. Juist nu er zoveel behoefte aan is. Gelukkig bestaat er Nationaal Monument Kamp Vught waar met name het verhaal van de KNIL-Molukkers te zien is en zijn er tal van lokale en landelijke initiatieven die in deze behoefte voorzien.
Met onze samenwerkingspartner stichting Landelijk Moluks Monument denken we na over de toekomst van het Molukse geschiedenisverhaal. Dat het monument er moet komen is belangrijk, maar even zo relevant is het educatieve aspect ervan. Daar zullen wij ons er de komende tijd hard voor maken. Zodra de situatie het weer toelaat zal er ook weer publieksprogrammering zijn met thema’s die relevant zijn en betrekking hebben op dat Molukse verhaal, in al zijn diversiteit.
Zoals de kop van deze column al zegt, we zijn een museum die niet op een traditionele wijze haar rijke museumcollectie kan tonen. In deze bijzondere tijden van pandemie en snelle technologische ontwikkelingen zoeken we constant naar nieuwe manieren om het Molukse verhaal dat podium te geven dat zij verdient. Innovatie en het oog op de toekomst zijn hierin de sleutelwoorden.
In de eerste week als directeur van het Moluks Historisch Museum sprak ik hier mijn verwachting uit. En veel meer kon ik niet melden. Dat was in maart. Corona gooide roet in het eten voor de programma’s die het MHM in 2020 wilde aanbieden. In het Museum Sophiahof te Den Haag, waar wij kantoor houden, werd het onmogelijk om live bijeenkomsten te organiseren. Dus moesten we online creatief zijn. Dat resulteerde in meer artikelen op de website en zichtbaarder zijn op sociale media. En een Molukse expositie in Den Haag? Nu nog niet. Daar kom ik later op terug.
Ondertussen gebeurde er veel in Moluks Nederland. Van solidariteitsvideo’s tot protesten. Van een booming Molukse kunstenaarsscene, high quality videoclips tot onenigheden in Molukse wijken. Meer dan eens wisten organisaties het MHM te vinden voor advies op basis van historische feiten. Gelukkig heeft het MHM in Huib Akihary een uitstekende conservator en kon ik regelmatig verwijzen naar hoogleraar Fridus Steijlen. En natuurlijk de historici en erfgoeddeskundigen in mijn netwerk. Al mijn voorgangers waren zelfs historici. Ik ben dat niet. Maar wat is dan mijn rol?
Om daar antwoord op te vinden spoel ik even terug. Ik was begin twintig en bezocht meer dan regelmatig het MHM dat toen nog in Utrecht gevestigd was. In die periode werkte ik ook voor het Landelijk Steunpunt Educatie Molukkers. Altijd op zoek naar goede gesprekken over identiteit. Vaak vond ik ze. Ik vond ze overigens vaker als ik er niet naar zocht. Maar dat terzijde. Ze waren waardevol en ik denk er nu vaker aan.
In een leven dat daarop volgde werkte ik in de media. Als journalist, eindredacteur, programmaleider. Dat was nog lang voordat ik als producent met mijn broer theaterproducties maakte en overal in het land in uitverkochte zalen mocht spelen. Geschoold op de redactie van radiozender FunX leerde ik dat diversiteit de sleutel is naar succes. Die lessen heb ik altijd meegenomen waar ik werkzaam was. En nu dus hier. Ik geloof in de veelkleurigheid en meerstemmigheid van de Molukse gemeenschap. Wereldwijd, op de Molukken en in Nederland in het bijzonder. Het is juist die verscheidenheid aan achtergronden die de gemeenschap zo mooi maakt. En daarbij sluiten we niemand uit. Inclusief denken dus.
In deze twee modebegrippen vat ik mijn visie voor het MHM samen. Tonen hoe divers de Molukse gemeenschap is. En dat er geen uitsluiting mag zijn. Verschil in religie, politieke opvatting, negeri of wijk-afkomst, het zijn allemaal onderdelen van een bijzondere gemeenschap. Met name de veerkracht van die veelkleurige Molukse gemeenschap is er een om zichtbaar te maken aan een groter publiek. Om die reden kan ik mij helemaal vinden in het onlangs gepubliceerde interview met generatiegenoten Romy Rondeltap en Jeftha Pattikawa, met de veelzeggende titel: ‘Tijd voor nieuwe verhalen van Molukse Nederlanders‘. Reken er maar op dat het MHM deze boodschap uitdraagt.
Om die reden starten we zondag 6 december 2020 met de serie Molukse Dialogen, waarin we diversiteit en inclusie binnen de gemeenschap bespreken. Het is een livestream, dus je kunt het online volgen. Bovendien is het volgend jaar exact 70 jaar geleden dat de eerste grote groepen Molukkers in Nederland arriveerden. We zullen daar in 2021 bij stilstaan met een herdenking en aansluiten bij vele landelijke en regionale (Molukse) initiatieven. Natuurlijk gaan we ook programma’s aanbieden. Online en/of offline. We gaan het samen ontdekken.
Ook schoof ik aan (de digitale) tafel met andere instituten die aandacht besteden aan het Molukse verhaal. Denk hierbij aan onder andere het Nationaal Archief en Koninklijke Bibliotheek in Den Haag en het Rijksmuseum in Amsterdam. Ook het Westfries Museum in Hoorn heeft volgend jaar aandacht voor Banda en wijdt een online-exposite aan de nootmuskaat en, hoe kan het ook anders, Jan Pieterszoon Coen en de Banda genocide. Het MHM blijft hierin niet stil. Dat de link naar Maluku relevant is in mijn werkzaamheden bleek eerder dit jaar. Ik mocht voor de internationale organisatie Basudara Maluku Global een lezing verzorgen over de geschiedenis van Molukkers in Nederland. Samangat samasekali!
Ik zou nog terugkomen op exposeren, want we zijn tenslotte een museum. Vanaf maart tot november 2021 nodigen wij Molukse kunstenaars uit om in onze ruimten hun werk te tonen. Deze wisselexpositie laat de veelzijdigheid aan disciplines zien in de Molukse gemeenschap. Kunstenaars met internationale allure zoals Mirjam Manusama, Dominique Latoel en Suzette Huwae hebben hun medewerking al toegezegd. Tijd voor nieuwe verhalen dus. En er komt een gloednieuwe tentoonstelling aan in december 2021. We gaan het samen ontdekken.
Tot slot. Met het MHM team en alle vrijwilligers zetten we de schouders eronder om het Molukse erfgoed te bewaren, uit te breiden en een podium te geven. Uw support is daarin onmisbaar en uw steun zien wij ook graag terug in 2021. Heel veel dank daarvoor.
Henry Timisela, de kersverse directeur van het Moluks Historisch Museum begint zijn werkzaamheden in een heftige periode. In deze column kijkt hij terug op die start en spreekt hij zijn verwachtingen uit.
Nooit eerder was ik op zo’n bijzondere manier begonnen aan een nieuw avontuur. Vlak na de bekendmaking van de directeursfunctie door het bestuur, kreeg ik op allerlei manieren felicitaties aangeboden. Ik wil iedereen daarom langs deze weg bedanken voor al deze mooie woorden. De kritische opmerkingen, want die zijn er ook, neem ik vanzelfsprekend mee. Wat een start. En nu schrijf ik dit bericht vanuit huis.
De eerste week
In mijn eerste werkweek was ik uitgenodigd op de afscheidsreceptie van Harriet Ferdinandus, directeur van Pelita en sprak ik diens opvolger Rocky Tuhuteru. Daarnaast ontmoette ik meer bekenden en maakte ik kennis met veel anderen uit het vakgebied. Ik verliet die bijeenkomst met een binnenzak vol visitekaartjes. Diezelfde dag was er ook het nieuws van de excuses van koning Willem Alexander aan Indonesië. En als klap op de vuurpijl kondigde premier Rutte de verscherpte maatregelen aan rondom het coronavirus. Ondertussen richtte ik mijn werkplek op kantoor in en maakte ik kennis met mijn directe collega Huib Akihary, die als conservator is aangesteld. Thuiswerken bleek vervolgens die week een reële optie.
Zoals gezegd schrijf ik dit bericht nu vanuit het thuiskantoor. Het is anders, maar het is niet anders. Gelukkig heb ik nog genoeg in te lezen en kan ik op deze manier voorbereidingen treffen. Er is namelijk genoeg werk aan de winkel. Dat kan ik niet alleen en gelukkig ontvang ik langs verschillende kanalen al veel input, waaronder via mail en social media. Juist daarvoor dank. Het Molukse verhaal doet ertoe en ik zal mijn best doen om dat verhaal het podium te geven dat het verdient.