De Molukse gemeenschap in Nederland leeft in een bijzondere periode. In de afgelopen jaren jubileren verschillende steden en dorpen het vijftigjarig bestaan van hun Molukse wijk en volgend jaar is het zeventig jaar geleden dat de eerste generatie Molukkers in Nederland arriveerden. Vorig jaar begon ook de Drentse wijk Bovensmilde met activiteiten om het vijftigjarig bestaan van de Molukse wijk te vieren. Toen mij werd gevraagd om te spreken bij de opening van dit bijzondere jaar kwamen meteen vele gedachten en vragen bij mij naar boven. Hieronder vindt u een deel van mijn speech die ik op die dag mocht voordragen. Ondanks dat ik een derde generatie Molukker ben en ik mijn gedachten over de Molukse cultuur graag met u wil delen, betekent dit niet dat dit een algemene gedachtegang is onder de derde generatie Molukkers. Desalniettemin denk ik dat het goed is om hierover te praten…
Kalau dapat meja putih, jangan lupa lesa. Don’t forget your roots.
Voor een derde generatie Molukker in Nederland is het soms moeilijk om je aan deze ogenschijnlijk simpele regel te houden: nooit vergeten waar je vandaan komt. Ik denk dat meerdere van mijn Molukse leeftijds- en generatiegenoten met mij van mening zijn dat de Molukse cultuur in Nederland een ingewikkelde cultuur is. Wanneer wij aan studiegenoten, collega’s of anderen uit moeten leggen wat nou zo speciaal is aan “ons Molukkers,” komen we vaak snel uit bij verhalen over lekker eten en muzikale families. Maar zijn wij niet meer dan dat? Doen wij onszelf niet te kort als we slechts spreken over dit soort basale dingen?
De Molukse cultuur is rijk aan zoveel ideeën, tradities en onderdelen waarvan ik eigenlijk weinig tot geen inhoudelijke kennis heb. De ideeën van de pela, gandong, adat, misschien zelfs de ware betekenis van de RMS… Al deze termen laten bij mij vaak wel een belletje rinkelen, maar wat houden ze precies in? Wat zijn bijvoorbeeld de specifieke regels en tradities die bij een pela relatie horen? Wat is de precieze betekenis van de adat en hoe verschillen die per familie of kampong? In hoeverre is de RMS opgericht voor iemand als ik en wat betekent de RMS voor iemand als ik, een adolescent, geboren en getogen in een westerse cultuur, opgegroeid in een duale samenleving met zowel Molukse als westerse normen en waarden, proberend een carrière op te bouwen in een westers land? Mag ik deze vragen überhaupt wel stellen, of moet ik zelf opzoek naar antwoorden? Ik moet u eerlijk bekennen, ik heb geen idee.
Tijdens het schrijven van dit monoloog werd mij duidelijk hoe belangrijk de generatie van mijn opa’s en oma’s was en is voor de Molukse cultuur. Deze woorden zijn gericht aan mijn oma uit Waalwijk.
Zelfs al wil ik vast blijven houden aan alle rituelen, ideeën en tradities, soms moet ik iets los durven laten omdat het beperkend kan werken voor mijn eigen ontwikkeling.
Oma, toen u in 2015 overleed, voelde het alsof de laatste direct tastbare link met mijn geschiedenis, mijn cultuur, mijn achtergrond ophield te bestaan. De eerste generatie hield en houdt voor mij een “autoriteit” als het gaat om de Molukse cultuur in Nederland. En met een logische reden, u bracht de cultuur zoals wij het kennen, zoals ik het denk te kennen, naar Nederland. Zonder de directe aanwezigheid van u als zo een autoriteit was ik bang mijn roots te verliezen. Wat had u mij allemaal geleerd en nagelaten? Hoe moest ik de cultuur die u hierheen heeft gebracht in stand houden terwijl ik er eigenlijk zo weinig van afwist? En misschien wel het belangrijkst, hoe zou ik ervoor kunnen zorgen, met mijn leeftijds- en generatiegenoten dat u met trots neer kon kijken hoe wij verder gingen toen u niet meer kon…?
In de eerste maanden na uw overlijden heb ik veel nagedacht over wat “een Molukker zijn” nou eigenlijk betekende. En eigenlijk ben ik daar nog steeds niet over uit. In de bijna 20 jaar dat ik u heb mogen kennen heeft u mij verschillende dingen op het hart gedrukt. Bijvoorbeeld: “Bedank God elke ochtend als je opstaat en elke avond voor het slapen…” Geloven staat voor veel Molukkers boven alles denk ik. Het is een onmisbaar onderdeel van onze cultuur waar vele andere tradities op gebaseerd zijn. Hierdoor misschien wel tegelijk het sterkste en zwakste onderdeel van onze cultuur. Ondanks dat we waarschijnlijk allemaal geloven wordt het elke dag steeds meer een uitdaging om religieus te zijn in de westerse wereld. Het is te zien aan mijn christelijke leeftijds- en generatiegenoten. We blijven de christelijke normen en waarden volgen, maar zijn niet elke zondag meer in de kerk te vinden zijn of lezen dagelijks uit de Bijbel. We geloven nog steeds, maar op een “moderne” manier.
Daarnaast had u het over het belang van de familie. En in het verlengde daarvan de wijk, de kumpulans en de algehele Molukse gemeenschap. Met kerst moesten alle gezinnen samen thuis zijn en we moesten van u minimaal eens per jaar allemaal samenkomen. En dat doen we nog steeds. Ondanks dat ik buiten een Molukse wijk ben opgegroeid ben ik me ervan bewust hoe gezegend ik me mag voelen met een Molukse familie en onderdeel mag zijn van de Molukse gemeenschap. Ik heb mijn opa en oma Hully nooit gekend, maar via de verhalen van mijn ooms en tantes worden hun verhalen en wijsheden toch aan mij doorgegeven. Maar ook familielijnen en familieverhalen vervagen en veranderen. Mijn tante in Negerilama op Ambon vroeg me: “Inda suda campur keturunan?” , toen ik haar vertelde over mijn vriendin van Nederlandse afkomst. Hiermee wees zij mij eigenlijk op het feit dat ik mijn Molukse nageslacht aan het veranderen was. Zeker voor ons als Molukkers in Nederland is het lastig om vast te houden aan deze familiebanden die steeds meer vervagen per generatie. Maar met samenwerkingsverbanden als wijkorganisaties en kumpulans komen we al een heel eind. Toch?
Terwijl ik mijn bijdrage over dit “gesprek over onze cultuur” aan het voorbereiden was, werden mij twee belangrijke dingen duidelijk gemaakt. Ten eerste, bepaalde dingen moet ik vasthouden omdat het mij onderscheidt van een ander. Ondanks dat we allemaal gelijk zijn, zijn we ook allemaal uniek en dat hoeven we niet te vergeten. Ten tweede, bepaalde dingen moet ik aanpassen omdat het nou eenmaal niet past in de samenleving waarin ik leef. Zelfs al wil ik vast blijven houden aan alle rituelen, ideeën en tradities, soms moet ik iets los durven laten omdat het beperkend kan werken voor mijn eigen ontwikkeling. Aan ons nu de taak als derde, vierde, vijfde generatie etc. om te bedenken wat we kunnen vasthouden en wat we moeten aanpassen of toevoegen aan de Molukse cultuur. Want is dat voor ons niet de mooiste manier om onze opa’s en oma’s te eren? Om onze cultuur niet alleen te herinneren zoals zij het naar Nederland brachten, maar om het door te blijven ontwikkelen zodat het zelfs in een westerse natie als Nederland kan blijven bestaan.
Oma, u zei me altijd mijn best te doen op school, met de achterliggende gedachte om er hier het beste van te maken. God heeft ons niet voor niks naar Nederland gebracht: “laat zien wat Molukkers kunnen…” Ik denk dit een goed uitgangspunt is om vanaf te beginnen.