Groetjes uit de jaren 70: Molukse jongeren op avontuur met de Tienertoer
Groetjes uit de jaren 70: Molukse jongeren op avontuur met de Tienertoer
GESCHREVEN DOOR SERVAAS MATURBONGS OP 27 AUGUSTUS. GEPOST IN NIEUWS
De zomervakantie is op veel plekken in het land alweer ten einde gekomen, maar wij blijven met deze ‘Groetjes uit’ nog éven in de vakantiesferen. In deze gastcolumn blikt Servaas Maturbongs terug op hoe Molukse jongeren in de jaren 70 hun zomervakantie beleefden met een bijzonder nieuw reisproduct van de NS: de Tienertoer. Voor een relatief klein bedrag konden jongeren acht dagen lang onbeperkt met de trein door heel Nederland reizen. Een paspoort naar vrijheid, saamhorigheid en avontuur.
“Rond 1970 hadden we geen vakantiecultuur. Onze ouders vonden het maar duur en onzin voor onze grote gezinnen. Onze status met het roze vreemdelingenpaspoort maakte het er niet beter op. Ik moest iedere zomer op vakantie bij mijn papa tua waar ik aardbeien en bessen kon plukken. Van mijn verdiende geld kon ik zelf schoolspullen kopen en van mijn papa tua kreeg ik een nieuwe outfit.
Ook in onze eigen wijk in Geleen was gedurende de zomer weinig te doen, behalve de activiteiten van de zondagsschool voor de kleintjes. Ik hield me vooral bezig met de leuke meisjes uit andere wijken die in onze wijk op vakantie waren. De Tienertoer was dus een uitkomst voor jonge pubers als ik. De sociale controle in de wijk was groot.
Je had Tienertoerders in alle soorten en maten. De grootste groep waren de nette jongens en meisjes die musea, pretparken en familie bezochten. Ze deden geen rare dingen. Zij blowden niet en sliepen nooit buiten. Ik raakte ooit in gesprek met een Moluks stel op Tienertoer. In hun KLM-koffer in Molukse kleuren hadden ze zelfs een lunchpakketje meegenomen.
Ik hoorde zelf bij de groep ‘anak katjo’, de ‘branieschoppers’. Het woord ‘branie’ stamt af van het Maleise woord ‘berani’, wat durfal betekent. Het was een aparte subcultuur. We waren de ‘undergrounders’ en droegen spullen van het Waterlooplein. Denk aan cowboylaarzen, maar ook superdure schoenen en laarzen van de Dungelmann en natuurlijk de krom gemaakte Ray-Ban zonnebril. Er werd dan ook veel ingebroken door onze groep waar velen elkaar al kenden van justitiële jeugdinrichtingen als Valkenheide en St. Joseph. Niet de gemakkelijkste jongens dus. Ik houd ze liever anoniem, maar er waren ook Molukse meiden bij…
In 1972 kraakte ik met wat Duitse meiden een pand op de Gouwenaarssteeg, een zijsteegje van de Korte Nieuwendijk vlakbij Amsterdam Centraal. In no-time stroomde het pand vol met onze Tienertoervrienden die we meenamen. We brachten er vele weken al zingend door. Er was stroom noch water, wassen deden we aan een schipperspomp en later op het station of het badhuis op de Jordaan. Met enkele anderen ging ik werken bij de Batco, een sigarettenfabriek waar ze Gladstone maakten. Zo kon ik fatsoenlijk eten en mijn kleren wassen. Ik hoefde niet te stelen zoals sommige anderen. Vele kenden elkaar van onder andere het uitgaansleven en voetbaltoernooien, en de band groeide.
Met de oudere jongens hadden we kennis gemaakt bij onze overnachtingen in het Vondelpark en sleepinns als op de Rozengracht. Grote groepen gingen uit bij het fameuze Schuurtje in Roermond, het Witte Paard in Deventer, Extase en Pietje Bell in Nijmegen. Ik zal er een paar vergeten zijn, maar iconisch was het legendarische Van Dijk in Loosdrecht op zondagmiddag. Toen heetten discotheken nog ‘dancing’.
Ik kan nog vele leuke dingen vertellen over bijvoorbeeld het vervalsen van de Tienertoerkaarten, maar dan ben ik nog lang bezig. We mochten elkaar en herkenden dingen in elkaar. Sommigen trouwden met elkaar. In het tweede decennium van de nieuwe eeuw organiseerden we enkele succesvolle reünies waar we een goed doel aan verbonden.”
Advertentie voor de Tienertoer in het Algemeen Dagblad van 27 juni 1969.
Over de auteur
Servaas Maturbongs is geboren in Kamp Rijckholt bij Maastricht en opgegroeid in de wijk Potterstraat in Geleen. In 2009 verscheen zijn boek Njong Gogos, waarin hij openhartig en vlot vertelt over de avonturen van jongeren van zijn generatie. Het boek is onder de naam Doorstart opnieuw uitgebracht, aangevuld met nieuwe verhalen. Daarnaast publiceert hij op internet en in bladen zoals Moesson en Marinjo.