In Nederland gebleven: het verhaal gaat verder
GESCHREVEN DOOR REDACTIE OP 25 SEPTEMBER . GEPOST IN NIEUWS
Met de verschijning van de herziene uitgave van In Nederland gebleven is een belangrijke mijlpaal bereikt in de geschiedschrijving van de Molukse gemeenschap in Nederland. Het boek, dat in 2006 voor het eerst verscheen, vertelt het verhaal van de ongeveer 12.900 Molukkers die in 1951 naar Nederland kwamen. Het waren veelal voormalige KNIL-militairen en hun gezinnen die hier, ondanks de verwachting van een tijdelijk verblijf, bijna 75 jaar later nog steeds geworteld zijn. Nu, bijna twintig jaar later, voegen auteurs Fridus Steijlen en Henk Smeets een nieuw hoofdstuk toe dat de geschiedenis doortrekt tot 2025.
Een cadeau dat uitgroeide tot standaardwerk
De oorsprong van het eerste boek ligt in de vijftigjarige herdenking van de Molukse komst naar Nederland. “In 2001 vond in Rotterdam de herdenking plaats,” vertelt Henk Smeets. “Bij die gelegenheid bood minister Van Boxtel een ‘cadeau’ aan: geld voor een wetenschappelijke studie naar de geschiedenis van Molukkers in Nederland. Het Moluks Historisch Museum ging dit uitvoeren en vroeg ons om het onderzoek en de publicatie te verzorgen.”
“Het begon als een breed project met een team van jonge Molukse onderzoekers,” vult Fridus Steijlen aan. “Er was door Henk een overzicht gemaakt van alle gaten in de geschiedenis. Daar moest onderzoek naar worden gedaan. Uiteindelijk zijn Henk en ik overgebleven om het geheel te schrijven, met gebruik van al die deelstudies en oral history.” In 2006 werd het boek officieel aangeboden aan minister Verdonk. “Het was vrij snel uitverkocht,” zegt Henk. “Wetenschappers noemden het een aanwinst omdat het nieuwe feiten bracht en bestaande misverstanden corrigeerde.” “Natuurlijk komen er ook commentaren,” zegt Fridus. “Van ‘hé, ik mis iets’. Maar het boek betekende vooral erkenning van de geschiedenis, en dat is belangrijk.”

Auteurs Fridus Steijlen en Henk Smeets samen met museumdirecteur Henry Timisela tijdens de boekpresentatie in Museum Sophiahof.
Drijfveren en betrokkenheid
Beiden raakten op hun eigen manier nauw verweven met de Molukse gemeenschap. “Ik woonde in Vught, vlak bij woonoord Lunetten,” vertelt Henk. “Toen Molukse jongeren in 1975 een brief kregen dat ze moesten verhuizen, ontdekte ik dat zij de voorgeschiedenis van dat besluit niet kenden. Ik was geschiedenisstudent en begon documenten te verzamelen en schreef een stuk waarmee zij hun zaak konden onderbouwen. Toen er landelijke commotie ontstond, kwam minister Van Doorn naar Vught. Zo werd ik opgemerkt door het Inspraakorgaan Welzijn Molukkers. Aanvankelijk dacht ik: daar ga ik niet werken, dat moeten Molukkers zelf doen. Maar na de afloop van de gijzeling bij De Punt besefte ik dat er juist meer dialoog en versterking van Moluks kader nodig was. Ik werkte er uiteindelijk tien jaar, hielp later bij de oprichting van het Moluks Historisch Museum en rolde zo van het ene project in het andere.”
Fridus vond zijn roeping tijdens zijn antropologiestudie. “Een Molukse vriend zei dat ik me bezighield met het ‘niet-westerse’, maar dat er ook mensen uit dat ‘niet-Westen’ hier in Nederland wonen. Toen dacht ik: Nederlanders hebben ook iets met die geschiedenis te maken. Ik kon toekijken of verantwoordelijkheid nemen en koos het laatste. Ik werd in 1977 lid van een Molukse jongerenbeweging die zich richtte op scholing en bewustwording. Tijdens mijn studie specialiseerde ik me op Indonesië en wilde voor mijn masterscriptie daarheen, maar kreeg geen toestemming van de Indonesische overheid om te reizen. Daarom schreef ik uiteindelijk over Molukse drugsproblematiek. Zo werd mijn betrokkenheid onderdeel van mijn wetenschappelijke werk. Ik ben een antropoloog die uit de klei komt, zeg ik maar. Sindsdien ben ik blijven schrijven en onderzoek doen in en met de Molukse gemeenschap.”

De cover van het nieuwe boek.
Nieuwe generatie, nieuwe vormen
De herziene editie biedt een frisse blik op de afgelopen twintig jaar. “We zagen dat feiten soms verkeerd werden weergegeven,” legt Fridus uit. “We wilden dat rechtzetten en actuele ontwikkelingen toevoegen.” Hij schreef het extra hoofdstuk op basis van nieuw onderzoek en vele gesprekken. “De positie van de derde en vierde generatie is anders dan die van de tweede. Bij kwesties als antiracisme en Black Lives Matter spreken Molukse jongeren van nu zich uit en zeggen ze: dit is ook ónze samenleving. Wij zijn mede-eigenaar. Dat hoorde je in de jaren tachtig en negentig nauwelijks; toen was men nog bezig een plek te veroveren. Nu gebruiken Molukse jongeren eigen media, podcasts en nieuwe actievormen.” Henk ziet vooral zelfbewustzijn: “De jongeren van nu zeggen: ‘We zijn er. Daar blijf je vanaf.’ Hun Molukse identiteit blijft, maar krijgt nieuwe vormen.”
De tekst gaat onder de foto’s verder.
De eerste exemplaren van het boek worden uitgereikt aan drie generaties Molukkers: Maria Ohoioeloen van de tweede generatie, Joaniek Vreeswijk van de derde generatie en zussen Rania en Farah Siegers van de vierde generatie.
Veerkracht als rode draad
Wat beide auteurs vooral willen benadrukken, is de veerkracht van de gemeenschap. “Elke generatie pakt zijn eigen momenten en geeft op een eigen manier vorm aan haar positie in de samenleving,” zegt Fridus. “Het gaat niet alleen over slachtofferschap, maar juist over kracht. De derde en vierde generatie zeggen zelf: ‘wij kunnen dit doen omdat we op de schouders van eerdere generaties staan.’ Er is een continuïteit van veerkracht, en dat maakt mij enthousiast.”
Henk onderstreept het belang van feitelijke geschiedschrijving: “Bepaalde zaken worden vaak verkeerd of te simpel verteld, bijvoorbeeld dat Molukkers niet mochten werken of op dienstbevel naar Nederland kwamen. De werkelijkheid is veel ingewikkelder. Maar ook dat de Molukse drugshulpverlening, het Inspraakorgaan Welzijn Molukkers en de Gezamenlijke Verklaring van 1986 allemaal initiatieven waren uit de Molukse gemeenschap zelf. Het is belangrijk dat die werkelijkheid goed wordt vastgelegd.”
Bestel het boek!
Museum Maluku heeft bijgedragen aan deze herziene uitgave: foto’s uit onze collectie zijn opgenomen en het museum heeft inhoudelijk commentaar geleverd tijdens het schrijfproces. Daarmee is het niet alleen een historisch overzicht, maar ook een tastbare herinnering waarin ons erfgoed en onze stemmen bewaard blijven. Het boek is voor €39,99 verkrijgbaar via onze webshop.

Groetjes uit Rotterdam: Olivia Pattiwael is de nieuwe Modeburgemeester

NU TE ZIEN: ONS LAND
Een tentoonstelling over de Nederlandse koloniale geschiedenis en hoe die nog altijd doorwerkt in de huidige samenleving.