‘Barak 85 kamer 10’ over traumatische kinderjaren in woonoord Schattenberg
Het duurde even voordat er een tweede boek verscheen na ‘Njonja’ (2016) dat ging over Njonja Soumokil, echtgenote van Chris Soumokil, de tweede president van de Republiek der Zuid-Molukken. Maar met ‘Barak 85 kamer 10’ levert Dinah Marijanan weer een belangrijke literaire bijdrage aan het behoud van het Molukse erfgoed. In het boek, dat zij op 16 november jl. i.s.m. het Moluks Historisch Museum in Museum Sophiahof presenteerde, keert ze terug naar kamp Westerbork met haar dementerende zus, in de hoop dat het bezoek weer herinneringen terugbrengt.
Onder grote publieke belangstelling werd het boek officieel overhandigd aan twee zoons van de zus van Dinah Marijanan. ‘Barak 85 kamer 10’ was het adres van de familie in Schattenberg. Dinah woonde daar van haar vijfde tot haar negende met haar oudere zus Marie en de rest van het gezin. Zoon Addy: “Het is een beladen dag en zwaar om hierheen te gaan, want het is nog niet zo lang geleden dat moeder overleed. Maar het is tegelijk ook een mooi moment.” Zoon Marcel is trots op zijn tante: “Het verhaal dat zij heeft opgeschreven is bij velen niet bekend. Niet bij mensen van mijn generatie, laat staan bij jongere generaties.”
In het programma van de boekpresentatie las Dinah een aantal passages voor uit het boek. Bijvoorbeeld over hoe de trauma’s van de ouders resulteerden in een harde opvoeding. Vaak bleef het niet bij een klap: ‘Het ergste wat je mij weleens hebt verteld, was over een jongen die in zijn ondergoed op een stoel voor het raam van zijn barak stond, de handen vastgebonden op zijn rug. Zodat iedereen hem kon zien. Zijn broertje moest van zijn vader zoveel mogelijk kinderen optrommelen om naar het schouwspel te komen kijken. Dan hebben we het nog niet eens over ooms die hun kinderen om het minste of geringste met de riem ervan langs gaven’, zo wordt in het boek beschreven.
Marijanan: “Ik realiseer me heel goed dat ik hiermee zaken naar buiten breng die de mensen liever niet horen. Maar de weerslag van deze opvoeding op mijn generatie is ernstig. Mensen kozen in de jaren ‘70 voor gewelddadige acties. Dat is niet zo vreemd als je opgroeit in een wereld vol met geweld en agressie.”
Dinah Marijanan wil met dit boek ook de jongere generatie Molukkers bereiken en mensen die het leven in de Molukse kampen niet zelf hebben meegemaakt. Speciaal voor de boekpresentatie had Dinah twee ‘meelezers’ uitgenodigd: Jacintha Pesulima en Jan van Leeuwen. Jacintha herkende veel in het boek: “Mijn moeder vertelde dergelijke verhalen over woonoord Genapium in Gennep. Soms moest ik het boek weg leggen. Wat mijn hart brak was het stuk waarin beschreven werd hoe Molukse kinderen de namen kregen van de leden van het Nederlandse koninklijk huis, zo loyaal waren ze aan Nederland. Mijn moeder heet Wilhelmina.”
‘Ze staart me nog steeds met natte ogen aan. Een ding wil ik nog met haar delen. ‘Vaders zoals de mijne, gaven hun eerste zoon de naam Bernard en hun dochters, die hier werden geboren, de namen Juliana, Christina, Wilhelmina of Beatrix. Zelfs nadat ze na aankomst hier uit het militaire ambt waren gezet, bleven ze loyaal aan het Nederlandse koningshuis.’(Uit: Barak 85 kamer 10)
Jan van Leeuwen is weliswaar getrouwd met een Molukse vrouw maar zij kwam pas in 1985 naar Nederland. De geschiedenis van de aankomst in 1951 en vervolgens de opvang was hem lange tijd niet bekend: “Ik heb het boek in één keer uitgelezen. Tot 1975 had ik nog nooit van Molukkers gehoord. Wat me bijbleef uit het boek is de machteloosheid van de ouders, de drugsverslaving van de tweede generatie en ook het stuk waarin Dinah beschrijft hoe verbaasd ze is als een Nederlands meisje haar ouders kust. Deze vormen van affectie bestonden niet in de Molukse gezinnen die zij kende. Ik heb daar zelf andere ervaringen mee.”
Het boek van Dinah Marijanan is voor 17,95 euro te koop in de Museumwinkel van Museum Sophiahof, verschillende boekhandels en is natuurlijk online te bestellen.